De Televue Ranger


Het is een fantastische tijd voor amateur-astronomen. Dertig jaar geleden was een 10 cm-lenzenkijker een groot instrument. Als zeventienjarige heb ik ooit een 15 cm-Maksutov vastgehouden en bij mezelf gedacht dat de bezitter van een dergelijke telescoop in de zevende hemel moest zijn. Tegenwoordig verleiden astronomische advertenties je met objectiefdiameters van 30 cm en meer. Daar konden we vroeger enkel van dromen.

Maar grote kijkers zijn niet noodzakelijk de beste kijkers voor het beoefenen van je hobby. Ik heb het geluk gehad om met kleine telescopen te mogen beginnen. Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd... Eerst was er dus een kleine 50 mm-lenzenkijker op tafelstatief, die ik in bruikleen kreeg van mijn "sterrenoom" Herman Danhieux. Tot dan toe had ik vertwijfeld geëxperimenteerd met vergrootglazen en oculairs van het zevende knoopsgat, net goed genoeg om de zeeën van de maan wat beter zichtbaar te maken. Dan is zo'n kleine telescoop natuurlijk een enorme sprong voorwaarts. Met dit instrument heb ik voor het eerst de kraters van de maan en de ringen van de planeet Saturnus gezien. Wonderbaarlijke beelden waren het.

En dan ging het snel. Een 60 mm-lenzenkijker, een 76 mm-lenzenkijker op parallactische montering, vervolgens de beroemde 115 mm-Newton, dan (op kot) een 60 mm-refractor van het merk Polarex, een 90 mm-Maksutov van Celestron, en een deels zelfgemaakte 90 mm-lenzenkijker met korte brandpuntsafstand. Stuk voor stuk interessante telescopen; vooral de 60 mm Polarex presteerde erg goed, vooral in combinatie met Clavé-oculairen. Let wel: het was telkens kopen en verkopen, want telescopen waren in die tijden dure dingen.

"Wonderbaarlijke beelden waren het."In 1985 verplichtte een hardnekkige hernia me om het over een andere boeg te gooien. Tot dan had ik me 200 % gegeven voor de astronomie (o.a. memorabele waarnemingsnachten aan de grote Kutter-telescoop op MIRA). Dat ging nu niet meer: ik kan als gevolg van de hernia nl. niet meer langdurig naar boven kijken. Het was in die tijd een vreselijk lot voor iemand die van sterren bezeten is. Maar niks aan te doen, en dus werd de laatste telescoop verkocht.

De aankoop

Natuurlijk kruipt het bloed waar het niet gaan kan. De advertenties in Sky & Telescope en de Dobson-rage lieten me niet onberoerd. En dus kwam er uiteindelijk een heuse grote telescoop: een 20 cm-Dobson van Meade. Dankzij de optische tovenaars van MIRA werd de telescoop perfect uitgelijnd. Het resultaat was een zeer goede kijker voor een schappelijke prijs, waarmee ik "in mijn jonge jaren" wellicht massaal veel waarnemingen van veranderlijke sterren zou hebben gedaan. Maar in de gegeven omstandigheden was de telescoop te groot. Zo'n spiegelkijker moet namelijk voldoende afkoelen om detailrijke beelden van maan en planeten te geven. En die tijd heb ik niet (meer). Voor de snelle hap (een planeetje meepikken, een sterrenhoop, en dan gaan slapen) heb je een kleine, supertransportabele sterrenkijker nodig. Lange tijd achter het oculair doorbrengen kan ik niet meer, en bovendien is zo'n Dobson te groot om makkelijk te verplaatsen. Zeker met een hernia...

En dus verkocht ik met spijt in het hart (en pijn in de nek) de 20 cm. Opnieuw begon de speurtocht naar de ideale kijker. Nu heb ik altijd al een zwak gehad voor refractoren (lenzenkijkers). Het zijn telescopen die tegen een stootje kunnen, die zich makkelijk aanpassen aan de omgevingstemperatuur en die niet gehinderd worden door de centrale obstructie van een Newton of een catadioptisch systeem. Vroeger waren grote lenzenkijkers absoluut onbetaalbaar én onhandelbaar. Nieuwe optische technieken hebben gezorgd voor exotische lenssoorten met relatief korte brandpuntsafstanden. De zgn. apochromaten (met drie lenzen) en kijkers met speciale glassoorten kenden de laatste jaren een steile opgang. Ook de prijs is natuurlijk niet mis... tot ik de advertentie van de kleine Ranger-telescoop van het Amerikaanse merk TeleVue onder ogen kreeg. Het was liefde op het eerste zicht.

"De ketting is zo sterk als de zwakste schakel."Stel je voor: je krijgt een 70 mm-lenzenkijker met superieure kleurcorrectie in een zeer stevige behuizing. Het instrument voelt erg stevig aan: hier is duidelijk aan gewerkt. De focuseerinrichting is van het helicale type: je stelt scherp zoals bij een telelens. Dat verloopt erg degelijk, en je kan met een extra interne tubus scherpstellen tot op minder dan 3 meter. De telescoop moet via schroefdraad gemonteerd worden op een foto-statief. Zelf werk ik met een uiterst stevig Gitzo-statief. En geloof me vrij, de kwaliteit van het statief is minstens even belangrijk als dat van de kijker. Dat had ik voor het eerst gemerkt bij wijlen de 60 mm-refractor van Polarex. De ketting is zo sterk als de zwakste schakel.

Het toestel naderbij bekeken

Wat cijfergegevens

De Ranger heeft een brandpuntsafstand van 480 mm. Een supertransportabele kijker dus: ongeveer 2 kg puur kijkplezier, in een wip opgesteld voor een vluggertje Venus of Saturnus. Want geef toe: dikwijls lonkt de sterrenhemel, maar heb je niet veel tijd om je supertelescoop in stelling te brengen. In dat geval is een compacte maar volwaardige telescoop een heerlijk alternatief. De Ranger is niet goedkoop: de kijker tezamen met een prima 20 mm-Plössl oculair betaalde ik in 2000 in België pakweg 30.000 BEF. Maar mijns inziens is de telescoop die prijs waard.

De prestaties

Gewapend met een 32 mm-oculair bekom je een vergroting van 15x en een beeldveld van meer dan 3 graden. Een zoeker heb je dus niet nodig om een object op te zoeken. Gewoon richten, en je kan kijken. Dat kijken is puur plezier: de sterren zijn gestoken scherp, bijna tot aan de rand. Met dit oculair is het heerlijk om rond te dwalen in het sterrenbeeld Zwaan of in de Voerman. Laat de sterrenhopen, de kometen en de neveltjes maar komen! Een 7 mm-Nagler levert een vergroting van 68x en een beeldveld van meer dan 1 graad. De beelden zijn ook dan nog erg contrastrijk. Een maansikkel met asgrauw schijnsel en aan de rand een sterretje dat op het punt staat bedekt te worden... het is een grandioos schouwspel. Ik heb vroeger met grotere telescopen niet zo'n sterke kijk-ervaring mogen beleven. Het is verbazend vast te stellen dat er zoveel power in zo'n klein, handig kijkertje steekt.

Een vergroting van 68x is nog niet voldoende om de planeten goed waar te nemen. In de literatuur wordt vermeld dat de Ranger een vergroting tot 200 keer aankan. Dat leek me redelijk straf. Een 2,5 mm-oculair (Vixen, met handige inkijk ook voor brildragers) moest het antwoord brengen. Een vergroting van 192x met een 70 mm-kijker ... het is een gewaagde onderneming. Meestal wordt gesteld dat bij vergrotingen van meer dan 2 maal de objectiefdiameter in mm het beeld helemaal vertroebelt. Hoe zou de Ranger presteren?

Het antwoord is gemengd. De telescoop kan de vergroting aan, zoveel is duidelijk. Ik kon nog steeds het beeld echt scherpstellen. Bij momenten van goede seeing is de wolkenpracht van Jupiter overweldigend. De maan afschuimen met een vergroting van 192x is een waar genot, dat wel erg snel voorbijglijdt. In feite heb je dan echt wel een parallactische montering met motoraandrijving nodig. Voorts is bij 192x duidelijk een kleurenzweem merkbaar, een groene of purperen waas die de waarnemingen gelukkig niet hindert.

En overdag?

De Ranger is ook bij daglicht een heerlijk instrument. Gewapend met een vergroting van 15x kan je de natuur tot in de details bestuderen. Pimpelmezen, kikkers, bloemetjes, bijtjes, konijnen: ik heb de voorbije maanden een nieuwe wereld ontdekt. De telescoop staat voortdurend in stand-by in de eetkamer. De zon projecteren op de muur is gegarandeerd een succes bij de huisgenoten. Ik ben van plan om de telescoop mee te nemen als we op uitstap gaan. Snel, altijd beschikbaar en van een uitstekende kwaliteit.

Eindbeoordeling

Natuurlijk is geen enkele telescoop ideaal. De Ranger is prijzig. Voor 30.000 BEF koop je een Dobson van 150 mm of een parallactisch opgestelde grote 90 mm-refractor. Maar als ik uitreken hoe vaak ik als tussendoortje mijn Ranger heb gebruikt, was het voor mij een ideale investering. Ik denk niet dat ik deze kijker ooit zal verkopen. Alhoewel... TeleVue heeft ook prachtige en uiterst prijzige dollargevoelige korte brandpunt-lenzenkijkers van 85 en 102 mm.

Dit artikel verscheen in Mira Ceti jaargang 6 (2002) nr. 2