De meteoriet van Tintigny: een zesde Belgisch exemplaar, of toch niet?


Op MIRA beschikken we over een radiodetectiesysteem waarmee we het ganse jaar door meteoren kunnen spotten die hoog in de lucht in de ruime omgeving van Grimbergen ‘plaatsvinden’. Die vallende sterren zijn een gevolg van korrels of brokken steen of metaal veelal ter grootte van zandkorrels die aan hoge snelheid de aardatmosfeer binnendringen en vervolgens opbranden ten gevolge van de wrijving en de hoge temperatuur die er daarbij ontstaat.

 

Puin en gruis uit de ruimte

Het is zeker zo dat ons zonnestelsel naast de bekende grotere objecten zoals de planeten, manen, planetoïden en kometen ook nog veel klein gruis en puin bevat van de oermaterie uit de wolk waaruit de Zon en de rest van het zonnestelsel zijn ontstaan. Bij dat puin zitten ook veel fragmenten van gebotste objecten uit die beginperiode van het zonnestelsel toen het er heel gewelddadig aan toeging. Er is ook materiaal dat losgekomen is van kometen die bij hun baan rond de Zon telkens grote hoeveelheden ijs zien verdampen, daarbij komen dan brokken vaste materie los.  

De vraag is: hoeveel van dergelijk materiaal uit het zonnestelsel komt jaarlijks op Aarde terecht?

 

Duizenden meteorieten per jaar

Via het nodige onderzoekswerk en extrapolaties komt men tot schattingen die uiteenlopen van 35.000 tot 80.000 ton per jaar, het meeste daarvan bestaat uit micrometeorieten die als stofjes neerdwarrelen. Ook al wegen die op zich zo goed als niets, vele kleintjes maken een groot...

Zoals eerder gesteld branden veel van de grotere fragmenten die in de atmosfeer belanden op tijdens hun helse afdaling naar het aardoppervlak. En toch komen jaarlijks 20.000 tot 80.000 meteorieten zwaarder dan 10 gram ergens op Aarde terecht.

 

Belgische meteorieten

Het aardoppervlak is groot en bovendien voor drie kwart bedekt met water. België is maar een klein stukje aardoppervlak, dus is het logisch dat we in ons land niet dagelijks te maken krijgen met stenen die vanuit de ruimte op ons hoofd dreigen te vallen.

Bovendien is het niet gemakkelijk om meteorieten die vroeger ooit op Belgisch grondgebied gevallen zijn terug te vinden: de bodem heeft te maken met erosie door wind en regen, grondlagen bewegen, raken soms overstroomd en worden door afzettingen vanwege planten, dieren en mensen omgewoeld. Ook de meteorieten zelf worden door onze ‘levende’ planeet aangetast of onherkenbaar gemaakt.

Door dit alles komt het dat de teller van het aantal officiële Belgische meteorieten staat op slechts vijf exemplaren, of vier. Of zijn het nu zes stuks?

 

De officiële lijst

Op onderstaande afbeelding staan de officiële Belgische meteorieten aangeduid. Ze zijn genummerd van 1 tot 6, dus zijn het officieel zes stuks die we Belgische meteorieten mogen noemen.

De nummering verloopt chronologisch, de naam verwijst naar de plaats waar de meteoriet is neergekomen en waarnaar hij is vernoemd. Er staat ofwel een jaartal bij ofwel een volledige datum, dat is uiteraard een verwijzing naar het tijdstip dat men de meteoriet heeft zien vallen (meteorieten 1, 2, 3, 4 en 6) of dat men hem ontdekt heeft (meteoriet 5).

Belgische%20meteorieten%20resize.jpg

Copyright: Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen

 

Waarom twijfel over het exacte aantal?

Zijn het nu vier, vijf of zes Belgische meteorieten?

Geen twijfel: in de ‘Meteoritical Database’ staan er 5 meteorieten met zekerheid als Belgisch geboekstaafd, drie andere (oudere) "waarnemingen" als twijfelachtig, en bij ééntje wordt getwijfeld tussen België en Frankrijk. En die databank wordt algemeen beschouwd als de de officiële meteorietenlijst.

Vanwaar die twijfel?

Ten eerste: in december 2018 is er een nieuwe Belgische meteoriet bijgekomen, de Tintigny. Daarover hieronder meer. Dus de tellingen van vóór december 2018 moeten aangepast worden.

Ten tweede: de Hainaut uit 1934 werd ook wel de Bettrechies en Gerpinnes genoemd, twee plaatsjes aan de Frans-Belgische grens waar de meteoriet is neergekomen. Op 26 november viel daar rond 21 uur vlakbij de grens een meteoriet, mogelijk waren het enkele fragmenten die aan beide kanten van de grens neervielen. Een brok van ongeveer 20-25 kilogram werd in het Franse Bettrechies teruggevonden, het stuk dat (wellicht) in het Belgische Gerpinnes belandde werd nadien nooit meer teruggevonden in de drassige ondergrond. Bovendien werd het Bettrechies-fragment en zijn val het eerst door Belgische onderzoekers bestudeerd (waaronder trouwens de beroemde professor Auguste Piccard!).

Vandaar dat de Bettrechies-meteoriet nog vaak -onterecht- als een "Belgische meteoriet" beschreven staat, maar eigenlijk viel ie 60 meter (!!) voorbij de grens in Frankrijk. Lees er meer over op de website van Vincent Jacques, of bij het Musée d'Histoire Naturelle van Rijsel (waar het grootste fragment bewaard wordt: 8 kilo).

 

De nieuweling sinds december 2018: de meteoriet van Tintigny

In de maand februari van het jaar 1971 valt in de gemeente Tintigny in de provincie Luxemburg een zwarte steen door het dak van de schuur van landbouwer Eudore Schmitz. Een van de zonen toont hem 's anderendaags aan de dorpsleerkracht (dhr. Albert Rossignon), die terecht denkt dat het om een meteoriet gaat en zich voorneemt om hem bij gelegenheid eens aan een specialist te tonen. Dat laatste komt er echter niet van, hoewel hij het steentje blijft tonen in zijn lessen, en het nadien ook blijft bijhouden eens hij priester geworden is...

Meteoriet%20Tintigny%20resize.jpg
De meteoriet op het KBIN en vooraan het doorboorde dak

Copyright: Volkssterrenwacht MIRA vzw

 

Na meer dan veertig jaar neemt de gewezen leraar (nu pastoor in het nabije Saint-Mard) terug contact op met de familie Schmitz i.v.m. de bewuste steen, met de vraag of ze het goed vinden dat hij het exemplaar door experten laat onderzoeken. 

En zo verschijnen de onderzoekers van het Museum voor Natuurwetenschappen ten tonele. Zij bevestigen al gauw dat het wel degelijk om een meteoriet gaat, en zelfs eentje van een zeldzame soort.

Daarop beslist de familie Schmitz om de unieke meteoriet te schenken aan het museum met als voorwaarde dat alle bezoekers hem zouden kunnen komen bewonderen. En dat is sinds 12 december 2018 een feit in de afdeling gesteenten en mineralen van het museum.

Bron: Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen  

Wil jij ook een kijkje gaan nemen? Goed idee. En met je MIRA-lidkaart krijg je er nog een prijsvoordeel bovenop! Klik hier voor meer informatie in dit verband.

 

Tintigny, een bijzondere meteoriet

Niet alle meteorieten zijn van hetzelfde type. Onderzoekers verdelen ze in drie hoofdgroepen op basis van hun samenstelling: ijzermeteorieten, steen-ijzermeteorieten en steenmeteorieten. Daarbij kan elke groep nog eens onderverdeeld worden in subklassen en types volgens hun chemische en mineralogische samenstelling en structuren.

Via deze link kom je op de website van het Britse Natural History Museum terecht waar je meer uitleg vindt en fraaie afbeeldingen van de verschillende soorten meteorieten.

De vijf/vier eerder erkende Belgische meteorieten zijn allemaal steenmeteorieten van het type chondrieten, dat is de meest voorkomende soort meteorieten.

De 210 gram wegende Tintigny is echter een eucriet, een achondritische steenmeteoriet. Slechts twee procent van alle meteorieten zijn eucrieten, dus Tintigny is zeer zeker een zeldzaam exemplaar. In Europa zijn slechts acht andere meteorieten van dat type gekend.

Uit gedetailleerd onderzoek van de onderzoekers van het museum blijkt dat het gaat om vulkanische rots van planetoïde Vesta die wellicht ten gevolge van de botsing met een ander stuk ruimtepuin weggeslagen is van bij Vesta en uiteindelijk in 1971 op het aardoppervlak is terecht gekomen.

 

Denk je zelf een meteoriet gevonden te hebben?

Zoals je hierboven kan lezen zijn er verschillende soorten meteorieten. Het is zeker niet gemakkelijk als je in je tuin, in de natuur of elders een steen- of metaalklomp vindt om te bepalen of het daadwerkelijk om een meteoriet gaat.

Er zijn tot op heden zes/vijf Belgische meteorieten ontdekt, het zou dus al echt moeten lukken dat jij de gelukkige vinder bent van een nieuw exemplaar. Maar het kan!

Indien je iets vindt dat volgens jou voor een meteoor kan doorgaan, doe je best het volgende.

Kijk eerst eens via website1 of website 2 of het ding dat jij gevonden hebt deze eerste ruwe test doorstaat.

Indien ja kan je je best wenden tot iemand met voldoende kennis van zaken om na te gaan of eventueel verder onderzoek aangewezen is. Je kan bv. naar MIRA komen met je vondst (liefst na het maken van een afspraak), of je tot een andere volkssterrenwacht wenden.

Een volgende stap is het exemplaar te brengen naar het Museum voor Natuurwetenschappen of een faculteit geologie aan een of andere universiteit, daar zitten uiteindelijk de echte vakmensen. Nadeel: die hebben veel ander werk en weinig tijd. Een analyse zit er dus enkel maar in als men quasi zeker is dat het om een echte meteoriet gaat. Maar het kan dus…

 

News_Meteorite_Tintigny_M530_01_NL.jpg

Copyright: Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen