2018-04 MIRA Ceti sprak met... Leo Van Zeir


 

In 2019 vieren we een interessante verjaardag: 50 jaar eerder, op 20 juli 1969, zette de Amerikaan Neil Armstrong als eerste mens ooit voet op een ander hemellichaam. Dat moment betekende een triomf voor de Verenigde Staten waarmee zij een belangrijke stap zetten richting overwinning in de beruchte Space Race tussen de VS en de Sovjet-Unie.

Leo Van Zeir (°1933), specialist op gebied van Russische ruimtevaart, laat enkele markante feiten uit die bewogen episode uit de ruimtevaartgeschiedenis de revue passeren. We zijn Leo trouwens zeer erkentelijk voor het vele prachtige materiaal dat wij van hem mochten ontvangen, over die schat aan unieke documenten, boeken, posters en maquettes lees je meer via dit artikel op onze website.

Leo%20Van%20Zeir.JPG

Hoe is jouw fascinatie voor de ruimtevaart ontstaan, Leo?

Oorspronkelijk ging mijn belangstelling vooral uit naar de luchtvaart, en dat heeft zeker veel te maken met de Tweede Wereldoorlog. Wij zagen geregeld eskaders van vele tientallen geallieerde bommenwerpers overvliegen, op weg om in Duitsland te gaan bombarderen. Ik verzeker je, als jonge kerel maakt zoiets een onvergetelijke indruk op je! Wij kenden alle types bommenwerpers en jachtvliegtuigen. Na de oorlog ontwikkelde zich dat allemaal verder en ook in de burgerluchtvaart ging men gebruik maken van het straalvliegtuig. En dan waren er natuurlijk ook de verschrikkelijke V2 raketten die Nazi-Duitsland inzette als ultiem oorlogswapen. Toen de Koude Oorlog begon in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog zijn ballistische raketten een essentieel onderdeel gaan uitmaken van het wapenbestand van zowel de Verenigde Staten als van de Sovjet-Unie. Een ballistische raket wordt afgevuurd met behulp van een raketmotor, maar tijdens de vlucht wordt de raket niet meer voortgestuwd door een motor, maar vliegt ze volgens de wetten van de ballistiek, hetzelfde dus als een weggeschoten kanonskogel.

In dit verband moeten we natuurlijk één persoon in het bijzonder vermelden, Wernher von Braun, de grote raketspecialist uit Duitsland die na de oorlog met open armen door de Amerikanen is onthaald. En samen met hem een heel team van wetenschappers, ingenieurs, technici – vele honderden experten, die vrijwillig overgebracht zijn naar de Verenigde Staten. Zonder veel problemen hebben die allen nadien het Amerikaanse staatsburgerschap verkregen. Ook de Sovjets waren tijdens hun opmars in Duitsland aan het einde van de oorlog driftig op zoek naar Duitse raketspecialisten, maar in tegenstelling met de Amerikanen maakten zij van de personen waarin ze geïnteresseerd waren gevangen en dwongen ze hen om mee naar de Sovjet-Unie te komen.

Kunnen we de V2 raket beschouwen als het begin van de verdere ontwikkelingen nadien?

Zeker, die militaire ballistische raketten hebben de basis gevormd voor de lanceerraketten naar de ruimte. De V2 is de bekendere naam voor de A4-raket die Wernher von Braun had ontworpen om Engeland mee te bestoken. De Amerikanen hebben de hand kunnen leggen op een hele lading V2-raketten die verborgen waren in een spoorwegtunnel en men heeft die per schip naar de VS vervoerd opdat von Braun zijn proefnemingen met zijn raketten kon voortzetten en verbeteren ten voordele van het Amerikaanse leger. Men deed proeven met het plaatsen van een raket bovenop een andere raket, waarbij men sprak over een eerste trap en een tweede trap. Nadien kwam er nog een derde trap bij. De Amerikanen zijn als het ware raketten gaan stapelen, en zo is langzamerhand een raket ontstaan die geschikt was voor de ruimtevaart.

Ook de Sovjets hebben V2-raketten buitgemaakt en er proeven mee gedaan, maar zij zijn op een andere manier te werk gegaan om hun raketten te versterken. Zij plaatsen de belangrijkste raket centraal en daaromheen plaatsten zij kleinere hulpraketten. Dat concept werd de basis voor hun bekende Vostok-raket.

Kon iemand die in die dingen geïnteresseerd was die evolutie van luchtvaart naar de ruimtevaart volgen of was dat alleen maar kennis die voor ingewijden beschikbaar was?

Er was een enorm verschil tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie op dat vlak. De VS is een democratisch land met een vrije pers, en die pers is altijd ook uitgenodigd geweest om aanwezig te zijn bij experimenten en demonstraties waarbij de evolutie van de rakettechnologie en verschillende projecten goed te volgen was.

Er bestond in Amerika een adviescommissie voor de luchtvaart, de NACA, wat staat voor National Advisory Committee for Aeronautics, en daaruit is de NASA ontstaan, de National Aeronautics and Space Administration. En het was de NASA die alle ontwikkelingen i.v.m. raketproeven en rakettechnologie ten behoeve van de ruimtevaart in handen had.

In de Sovjet-Unie daarentegen waren raketten en alles wat met ruimtevaart te maken had een volledig militaire aangelegenheid, en dus strikt geheim. Er verschenen bijgevolg geen publicaties over de Sovjetruimtevaart en de pers was heel selectief in haar berichtgeving daaromtrent.

En dus was het als een donderslag bij heldere hemel en groot wereldnieuws toen op 4 oktober 1957 Spoetnik 1 in een baan rond de Aarde gelanceerd werd door de Sovjets. Die eerste kunstmaan kwam voor de hele wereld als een totale verrassing, ook voor de VS. Ik weet natuurlijk niet of de Amerikaanse contraspionagediensten misschien toch wel op de hoogte waren, maar het feit dat zij de eersten waren om aan ruimtevaart te doen heeft de Sovjet-Unie altijd uitgespeeld als een sterk propagandamiddel om aan te tonen dat zij de heersers waren in de ruimte.

Maakte Spoetnik indruk op de man in de straat?

Zeer zeker, de meeste mensen in die tijd hadden nog geen televisie, maar toch wist iedereen via de radio of vanuit de krant dat er een kunstmaan in een baan rond de Aarde zat, toen spraken ze nog niet over een satelliet. En dat het een propagandastunt was bleek ook uit het feit dat die kleine bol met vier antennes een piepend radiosignaal uitzond dat met een eenvoudig radiotoestel via de middengolf kon opgevangen worden. De Sovjets lieten maar al te graag weten op welke golflengte Spoetnik te beluisteren viel, en zo konden overal ter wereld gewone mensen via hun radio naar de overvliegende Spoetnik luisteren.

Maar de Amerikanen zouden kort nadien hun eigen eerste satelliet lanceren?

Zo is het, en Spoetnik kan je dus beschouwen als het begin van wat men nadien de ‘Space Race’ zou noemen, de wedloop tussen de Sovjet-Unie en de VS naar de ruimte. Uiteindelijk amper drie maanden na Spoetnik 1 is in januari 1958 de eerste Amerikaanse kunstmaan gelanceerd, de Explorer 1. Dat succes was het resultaat van de goede samenwerking van de ploeg van von Braun met het Amerikaanse leger. En ook die lancering werd aangegrepen als een propagandamiddel dat wereldwijd veel aandacht kreeg. En voor de Sovjets was het een verwittiging dat de Amerikanen hen op de hielen zaten.

Een belangrijk aspect van de Space Race was zeker dat de Amerikanen over superieur materiaal beschikten om raketten en satellieten te bouwen in vergelijking met de Sovjets, en toch slaagden die er keer op keer in om voor de grote primeurs te zorgen in de ruimtevaartgeschiedenis. Telkens stonden de Amerikanen verbaasd als zij de Sovjets met hun materialen van mindere kwaliteit zagen triomferen. Dat wijst erop dat de wetenschappers, ingenieurs en technici aan Sovjetkant bijzonder presteerden. In dit verband moeten we zeker twee namen vermelden: Sergei Koroljov die hoofdingenieur was bij het Russische raketbouwprogramma, en Valentin Glushko, topontwerper van raketmotoren. En uiteraard werkten een aantal Duitse wetenschappers die na de oorlog waren gevangen genomen mee aan de creatie van de Vostok-raket.

Waarom spreek je over minderwaardig materiaal?

Je moet dat in de historische context van toen zien, met het communistisch Oostblok dat na de Tweede Wereldoorlog was ontstaan. Na het binnenvallen in die verschillende landen installeerde de Sovjet-Unie overal machthebbers van de plaatselijke communistische partijen die zich vervolgens als trouwe vazallen van de Sovjet-Unie gingen gedragen. Daarbij konden de Sovjets in al die landen grondstoffen en materialen halen voor hun eigen productieapparaat met de bedoeling om ook kwalitatief betere producten te bekomen. Wat toch niet echt lukte, en dat heeft dan weer alles te maken met het bureaucratische staatskapitalisme en het ontbreken van de prikkel van concurrentie om steeds beter te doen, wat uiteraard wel het geval was in het vrije westen.

Hoe dan ook, amper twee jaar na de opzienbarende Spoetnik 1 haalden de Sovjets weer een primeur die indruk maakte: Luna-3 werd naar de Maan gestuurd, en deze satelliet slaagde erin foto’s te maken van de achterkant van de Maan en die vanuit de ruimte naar de Aarde terug te sturen. Eindelijk kon de mensheid een blik werpen op de kant van de Maan die vanop Aarde nooit zichtbaar is. Maar ook hier werd de Sovjet-Unie geconfronteerd met haar beperking wat betreft de kwaliteit van de gebruikte camera’s: de beelden waren ruw en weinig gedetailleerd.

En toen moest de grootste primeur nog komen: 12 april 1961, een historische datum, want het begin van de bemande ruimtevaart.

Ik vermoed dat toen de wereld als het ware even stilstond?

Dat mag je zeker zo stellen, overal hoorde je de naam ‘Joeri Gagarin’, echt iedereen kende die naam. Ik kan het mij ook nog allemaal heel precies herinneren, ook al is het meer dan een halve eeuw geleden. De eerste mens in de ruimte die een rondje draaide rond onze planeet om vervolgens weer veilig te landen, dat was voor de Sovjet-Unie en het communisme een onwaarschijnlijke propaganda, voor de VS werd het eens te meer gezien als een bittere nederlaag. Naar het schijnt was Wernher von Braun zo nijdig als wat dat de Sovjets de VS altijd weer voor waren met hun primeurs. De Sovjetpersagentschappen Novosti en TASS hadden ook een bureau in Washington, en zij zorgden ervoor dat de Amerikaanse pers een overvloed aan beeldmateriaal ter beschikking kreeg om de Sovjettriomf ruim uit te smeren in alle media. Ook in de VS was Gagarin een echte beroemdheid, zoals trouwens ook in de rest van de wereld.

Het is wel zo dat de Sovjets in hun propaganda soms voor de nodige misleiding zorgden. Ik zag in die tijd tekeningen van Spoetnik 1 waarop geen bol met vier antennes te zien was, maar veeleer de neuskegel van een raket. Het is pas op de wereldtentoonstelling Expo 58 in Brussel dat men een echte maquette op ware grootte van Spoetnik aan pers en publiek getoond heeft. Ook het model van de Vostok 1 waarmee Gagarin zijn ruimtereis maakte is lange tijd onbekend geweest in het Westen.

Maar ook nu weer zouden de Amerikanen niet lang achterblijven op de Sovjets?

Dat is waar, de Amerikanen hadden intussen een goed gestructureerd ruimtevaartprogramma uitgedokterd met eerst het Mercury programma van 1961 tot 1964, van 1965 tot 1966 het Gemini programma, en van 1967 tot 1972 het Apollo programma.

De eerste Amerikaan in een baan rond de Aarde was John Glenn op 20 februari 1962, dus iets meer dan tien maanden na Gagarin. Hij deed dat aan boord van de Mercury 6. Op 5 mei 1961, dus nog geen maand na Gagarin, was Alan Shepard gelanceerd met de Mercury 3, maar dat was een testvlucht in een ballistische baan om na te gaan hoe het menselijk lichaam reageert op die voor een mens toch wel uitzonderlijke omstandigheden. Op 21 juli was er de vlucht van Virgil Grissom met de Mercury 4, ook in een sub-orbitale baan. Maar met Mercury 6 was het dan toch zover en stond het 1-1 tussen de Sovjet-Unie en de VS met elk één astronaut rond de Aarde.

Ironisch genoeg werd er op 24 maart 1961, drie weken voor de ruimtevlucht van Gagarin, een onbemande Mercury gelanceerd die kwam ter vervanging van de origineel geplande bemande Mercury 3. Die vlucht ging niet door omdat Wernher von Braun uitdrukkelijk had aangedrongen op een extra onbemande proefvlucht omwille van een aantal technische problemen met de stuwraketten bij eerdere vluchten van de Mercury. Anders was Alan Shepard de eerste mens in de ruimte geweest…

Dat is inderdaad wel schrijnend voor de Amerikanen. Voor wie was de volgende primeur?

Wat dacht je? Voor de Sovjets natuurlijk! Op 16 juni 1963 werd de Vostok 6 gelanceerd met aan boord Valentina Teresjkova, de eerste vrouw in de ruimte. En ook die foto’s van de eerste vrouwelijke kosmonaut stonden op alle voorpagina’s van de kranten overal ter wereld. De Sovjet-Unie met hun ideaal van gelijkheid tussen man en vrouw toonden dat ook vrouwen geschikt zijn om ruimtereizen te maken en dat ruimtevaart niet alleen een zaak is van mannen.

En eigenlijk hadden de Sovjets het jaar voordien nog een huzarenstukje uitgehaald met de eerste gezamenlijke vlucht van twee bemande ruimtetuigen, de Vostok 3 en 4.

In 1964 is er op 12 oktober weer een spectaculaire primeur voor de Sovjet-Unie met de lancering van de Voschod 1: de al erg krappe Vostok-kajuit werd enigszins herschikt om er drie kosmonauten in te kunnen plaatsen. Persen is misschien een beter woord. Maar ze hebben hun ruimtevlucht gerealiseerd en zijn veilig teruggekeerd op Aarde, missie geslaagd en weer positief nieuws dat de Sovjetruimtevaart op het palmares kon bijschrijven.

We zijn een jaar later en weer een mijlpaal in de geschiedenis van de bemande ruimtevaart met de Voschod 2 die op 18 maart gelanceerd wordt. Aan boord twee kosmonauten, maar slechts één van hen zou wereldberoemd worden: Aleksej Leonov. Hij was immers de eerste mens die met een speciaal daartoe ontworpen ruimtepak een ruimtewandeling kon maken.

Ik herinner me toch ook iets van een dodelijk ongeval met een Sojoez?

Dat was in 1967. De Sovjets hadden hun Voschod-raket verder ontwikkeld tot een nieuw type: de Sojoez. Op 23 april werd de eerste Sojoez gelanceerd met aan boord Vladimir Komarov die al eerder in de ruimte was geweest met de Voschod 1. Het ging om een testvlucht, maar er liep al gauw een en ander fout. De vlucht werd ingekort maar ’s anderdaags bij de terugkeer in de atmosfeer ging het mis met de hoofdparachute die de capsule moest afremmen. Daardoor sloeg die te pletter in de steppe van zuidelijk Rusland, met fatale gevolgen voor Komarov. Officieel is hij zo het eerste dodelijke ruimtevaartslachtoffer bij de Sovjets.

En spijtig genoeg zouden er enkele jaren later nog volgen. Dat was met de Sojoez 11 op 30 juni 1971. Er waren drie kosmonauten aan boord en het doel van de missie was de Sojoez te koppelen aan de Saljoet 1, het eerste ruimtestation ooit. Dat lukte, maar bij de terugkeer naar de Aarde ontstond er in de cabine een overdruk doordat men verkeerde ventielen had geopend. Als gevolg werd een luik van het bemande compartiment weggeblazen zodat alle zuurstof uit de kajuit ontsnapte en de drie kosmonauten om het leven kwamen.

Ook de Amerikanen hadden intussen een dergelijk drama meegemaakt, nietwaar?

Ja, bij hen was het een ramp die gebeurde op de lanceerinstallatie van Cape Canaveral. Tijdens een training op 27 januari 1967 kwam de bemanning van Apollo 1 om het leven tijdens een brand in de capsule. En dan had je wat de Amerikanen betreft later natuurlijk nog de twee rampen met de spaceshuttles Challenger op 28 januari 1986 en Columbia op 1 februari 2003 waarbij telkens de zevenkoppige bemanning het leven liet. Toch een zware tol aan mensenlevens…

Hoe zat het intussen met de Space Race?

Primeur na primeur was voor de Sovjet-Unie, maar dat alles verbleekte bij wat de Amerikanen realiseerden op 20 juli 1969, bij ons was het toen al 21 juli: de voetstap van Neil Armstrong op de Maan. Hoe je het ook draait of keert, Apollo 11 met die geslaagde Maanlanding is tot op heden echt wel het absolute hoogtepunt uit de ruimtevaartgeschiedenis. De prachtige en krachtige Saturnus V raket was de kroon op het werk van von Braun. Zwartwit televisie was toen al goed ingeburgerd overal in de westerse wereld, en zo waren miljoenen mensen live getuige van die historische voetstappen van  Neil Armstrong en Edwin Aldrin op de Maan, toch 400.000 km ver van onze planeet. Ook Michael Collins, het derde bemanningslid van de crew die de ondankbare taak had om in een baan rond de Maan klaar te zitten in de Apollo1 capsule tot de twee Maanwandelaars terug aan boord kwamen, werd een beroemdheid. En nadien zouden de Amerikanen die krachttoer nog eens overdoen met vijf andere Apollo’s: mensen lanceren vanop Aarde naar de Maan en terug. Hiervoor moesten de Sovjets voorlopig passen, en iedereen beschouwde de Amerikanen als  overwinnaars van de Space Race.

Werd het bij ons ook bekeken als een overwinning van het vrije Westen tegen het communistische Oostblok?

Zeker. Ik durf zelfs stellen dat bij ons het gevoel van vrijheid en democratie versterkt is geraakt met die Maanlandingen. Het was zo’n contrast tussen de Sovjets met hun geheimdoenerij en de openheid van de Amerikanen. Bij elke proefvlucht, bij elk nieuw apparaat dat zij ontwikkelden werden er persmappen uitgegeven en ter beschikking gesteld van de media. De VS hebben miljoenen dollars gestoken in persmateriaal en educatieve middelen voor het grote publiek. Van de Sovjetruimtevaart was er niets beschikbaar tenzij streng gecensureerde informatie en beelden.

De Sovjet-Unie deed nog wel knappe dingen in de ruimte, zo landde in september 1970 de robot Loena 16 op de Maan. Het toestel had een boormachine aan boord waarmee tot 30 cm diep in de Maanbodem werd geboord. Zo werden er Maanstof en Maanstenen naar boven gehaald en een onderdeel van Loena 16 bracht die monsters terug naar de Aarde. Op zich was dat best een spectaculair want totaal geautomatiseerd project, er waren geen personen nodig om buitenaardse stalen naar de Aarde terug te brengen, maar het kwam net na Apollo 12 waarbij opnieuw twee astronauten op het Maanoppervlak waren geland en onder andere meer dan dertig kilogram Maanstenen mee naar de Aarde brachten. Qua publiciteit scoorde Apollo 12 bijgevolg veel hoger dan Loena 16.

Nu de Amerikanen als eersten op de Maan hadden gestaan was het blijkbaar voor de Sovjet-Unie niet meer urgent om ook kosmonauten naar de Maan te brengen?

Vergeet niet, ruimtevaartprojecten zijn toch altijd geldverslindende ondernemingen, en financieel was de draagkracht van de Sovjet-Unie toch een heel stuk beperkter dan die van de kapitalistische VS. Bovendien waren de Sovjets op dat moment technologisch nog niet in staat om kosmonauten niet alleen veilig op de Maan te doen landen, maar om ze vandaar ook terug te laten vertrekken en veilig op Aarde te doen landen. Door het grote succesverhaal van de VS hebben de Sovjets beslist om niet langer veel geld te investeren in de concurrentiestrijd met de Amerikanen, zij voelden dat ze die toch nooit zouden kunnen winnenn en geleidelijk trad er bij hen een mentaliteitswijziging op. Er kwam meer openheid over hun systemen en projecten op het vlak van ruimtevaart, en zij zochten naar mogelijkheden om samen te werken in de ruimte.

Na Apollo 17 eind 1972 werd de Apollo nog voor drie bemande vluchten naar het Amerikaanse ruimtestation Skylab gebruikt. Toen de Apollo-capsule op 15 juli 1975 vanaf het Kennedy Space Center opnieuw gelanceerd werd, stond er evenwel een bijzonder project op het programma: een koppeling met de Sojoez-capsule die zo’n zeven uur eerder was gelanceerd vanaf de Sovjetlanceerbasis in Bajkonoer. Officieel gebeurde dit onder de naam ‘Apollo-Soyuz Test-Project’, afgekort ASTP. Aangezien de VS technologisch al verder stond dan de Sovjet-Unie waren er Amerikanen die bezwaren hadden tegen dit project omdat ze vreesden door die uitwisseling alle voorsprong kwijt te spelen. En het is zeker zo dat de Sovjets geprofiteerd hebben van de ervaring van de Amerikanen om die koppeling te doen slagen. Er werd een tussenstuk ontworpen waaraan aan de ene kant de Apollo en aan de andere kant de Sojoez kon koppelen. En zo konden de twee Amerikaanse astronauten bij de twee Russische kosmonauten op bezoek gaan en omgekeerd. Ze hadden voor mekaar geschenken bij en er werden vlaggen uitgewisseld. Ze werden opgebeld door de Amerikaanse president en door de Sovjet partijvoorzitter. En ook al primeerde bij dit project vooral de PR en het politieke aspect, toch werden er samen ook een aantal wetenschappelijke experimenten uitgevoerd. Samengevat: de ASTP is over de hele lijn een groot succes geweest en het was ook de voorbode van de latere samenwerking.

In 1986 is de Sovjet-Unie begonnen met de eerste elementen te lanceren van hun permanent bewoonde ruimtestation Mir. Het complex is via verschillende Sojoez-vluchten opgebouwd door allerlei modules met mekaar te verbinden. Vanaf half de jaren 1990 koppelden ook de Amerikaanse spaceshuttles regelmatig aan de Mir, en naast Europese zijn er in de daarop volgende jaren ook meerdere Amerikaanse astronauten voor een langere tijd aan boord van dat ruimtestation geweest. En Mir heeft het toch zo’n vijftien jaar uitgezongen in een baan rond de Aarde, pas op 23 maart 2001 is het gevaarte via een gecontroleerde re-entry opgebrand in onze atmosfeer.

Je had het net over de Amerikaanse spaceshuttles, mogen we de ingebruikname daarvan als een volgende mijlpaal in de geschiedenis van de bemande ruimtevaart bestempelen?

Het was de bedoeling dat de spaceshuttles de opvolgers zouden zijn voor het Apollo-project. Dat was een heel kostelijke zaak geweest en de regering had de geldkraan voor de ontwikkeling van nieuwe raketten zo goed als dichtgedraaid. Daarom leek een herbruikbaar ‘ruimtevliegtuig’ een goede optie. Ruimtevluchten naar de Maan stonden niet meer op het programma, het was de bedoeling om van in een baan rond de Aarde onderzoek te doen, zoals bv. tijdens de ruimtevlucht van onze eerste Belgische astronaut, Dirk Frimout, om onderhoudsmissies uit te voeren aan de Hubble-ruimtetelescoop en vooral om mee verder te bouwen aan het internationale ruimtestation ISS en voor de bevoorrading ervan te zorgen.

De eerste vlucht van een spaceshuttle was die van de Columbia van 12 tot 14 april 1981, en alles verliep volgens plan. Die lancering van dat schitterend witte ruimteveer, geflankeerd door de reusachtige externe brandstoftank en de twee hulpraketten, was een onvergetelijk zicht. Het was een Amerikaanse topprestatie die wereldwijd op veel ontzag kon rekenen. En al bij al, ondanks die twee tragische ongelukken met de Challenger en de Columbia, is het spaceshuttleprogramma toch een ongelooflijk succes geweest: tussen de eerste vlucht van de Columbia in april 1981 en de laatste vlucht van spaceshuttle Atlantis die landde op 21 juli 2011 vonden er nog 133 andere spaceshuttlemissies plaats, in totaal dus 135 vluchten. Sindsdien ligt de focus bij de NASA wat betreft bemande ruimtevaart op de goede werking van het ISS.

De Russen hadden hun eigen versie van de spaceshuttle, waarom is dat geen succes geworden?

Het succes van de spaceshuttles werkte aanstekelijk, en de Sovjet-Unie wilde er een eigen versie van maken. Er is in dat project enorm veel geld geïnvesteerd, met resultaat ook, want de Sovjets slaagden erin om een ruimtetuig te bouwen, de Boeran, dat wel een kopie leek te zijn van de Amerikaanse spaceshuttle. Van buiten uit gezien klopt dat inderdaad, maar het inwendige van de Boeran zat toch wel anders in mekaar. Het was de bedoeling om met dat ruimteveer de Sojoez- en Progress-missies naar het Sovjetruimtestation Mir te vervangen.

Op 15 november 1988 werd de Boeran met behulp van een Energia-raket en enkele boosters gelanceerd voor een eerste vlucht. Het buitengewone van die vlucht was dat het ruimtetuig onbemand was en dus de hele vlucht, van de lancering via het rondje rond de Aarde tot en met de geslaagde landing, mogelijk was zonder kosmonauten aan boord. En dat was eindelijk ook nog eens een echte primeur voor de Sovjetruimtevaart waar men overal, zeker ook in de VS, met veel ontzag over berichtte.

Maar die eerste was meteen ook de laatste vlucht van de Boeran, en dat had alles te maken met de zware politieke en economische problemen in de Sovjet-Unie. Die problemen leidden uiteindelijk ook tot het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in de verschillende deelrepublieken. En wegens geldgebrek besliste de Russische regering in 1993 om de stekker definitief uit het Boeran-project te trekken.

Sindsdien is er een hechte samenwerking tussen Rusland, Amerika en Europa op gebied van ruimtevaart, het ISS is daar een schitterend voorbeeld van, nietwaar?

Dat klopt. De val van het communisme in Oost-Europa heeft dat allemaal mogelijk gemaakt. En de Amerikanen moesten niet overtuigd worden van de kwaliteit van de Sojoez-raket als nuttig werkpaard om mensen en materiaal in de ruimte te brengen. Die Sojoez is echt wel een fantastische raket met de hoge centrale hoofdraket, geflankeerd door vier kleinere kegelvormige hulpraketten. Het is eigenlijk nog hetzelfde basisconcept van de eerdere Vostok waarmee Gagarin in een baan rond de Aarde werd gelanceerd. De eerste Sojoez was zoals we eerder zegden in 1967, maar afgezien van een aantal wijzigingen en aanpassingen in functie van de veiligheid van de kosmonauten en de nuttige lading die meegenomen moet worden is het nog steeds de betrouwbare basisraket, die nu ook voor Amerikanen en Europeanen dienst doet. De lanceringen vinden plaats vanaf de Kosmodroom in Bajkonoer, maar sinds 2011 worden er ook Sojoez-raketten gelanceerd op de Europese lanceerbasis Koeroe in Frans-Guyana. De ESA heeft daar een lanceerbasis voor haar eigen Ariane-raket. Door de ligging van die basis vlakbij de evenaar krijgt een raket die daar gelanceerd wordt door de rotatie van de Aarde een extra snelheid mee van ruim 1.500 kilometer per uur. In het veel noordelijker gelegen Bajkonoer is dat niet het geval, en daarom is het een goed idee om de Sojoez in Frans-Guyana te lanceren. Enkele decennia geleden was iets dergelijks ondenkbaar, maar nu is het gelukkig een realiteit.

En, Leo, hoe ben jij zo nauw bij dit alles betrokken geraakt?

Vanaf de periode Spoetnik was ik erg geïnteresseerd in alles wat met de Sovjetruimtevaart te maken had, en ik wou meer informatie dan het weinige dat daarover in onze media verscheen. Daarom was ik op zoek naar documenten, foto’s, tijdschriften, persmappen enzovoort, en ik dacht: kan ik ergens beter aan die informatie komen dan aan de bron zelf? En zo trok ik mijn stoute schoenen aan en vatte het plan op om alle ambassades van de landen van het Warschaupact af te lopen met mijn vraag naar materiaal over hun ruimtevaartprojecten.   

Maar eerst bracht ik een bezoek aan het persagentschap Novosti, die hadden in die tijd een bureau in Brussel. Ik werd er beleefd ontvangen, en men vroeg mij wat de bedoeling was van mijn bezoek. Ik legde uit dat ik gezien mijn interesse voor de Sovjetruimtevaart op zoek was naar degelijke informatie, daarop werd ik vriendelijk gevraagd om mee te gaan naar een soort salon achteraan in het gebouw. Daar mocht ik plaatsnemen met mijn rug naar een groot raam, tegenover mij kwam een man plaatsnemen die een soort interview met me deed. Hij stelde beleefd allerlei vragen, onder andere voor welke doeleinden ik die informatie nodig had. Opzij van mij kwam nog een man plaatsnemen, die keek mij gedurende dat hele gesprek de hele tijd strak aan en die zei geen woord. Ik moet je zeggen, dat gaf me wel een heel raar gevoel en ik was niet helemaal op mijn gemak. Maar uiteindelijk heeft dat gesprek wel een en ander opgebracht, want Novosti bezorgde mij regelmatig via een aangestelde persoon daar op kantoor foto’s, documentatie en persartikels.

Ik was daar uiteraard heel blij mee aangezien het ging om uniek materiaal waarover weinige anderen in ons land beschikte, maar het ging alleen over de Sovjet-Unie, en ik was ook best geïnteresseerd in bijdragen van de andere Warschaupactlanden. Er was immers het programma Intercosmos, waarbij er naast een Russische regelmatig ook een kosmonaut uit een van die andere landen mee op ruimtevlucht mocht. Zo is er een Hongaar mee geweest, iemand uit de DDR, een Bulgaar, een Albanees, enzovoort. Daar wou ik ook graag documentatie over hebben. En zo begon ik aan mijn tocht langs de ambassades. Bij enkele ambassades is dat goed gelukt en hebben ze me aan materiaal geholpen, maar bij andere ambassades was de medewerking zeer miniem tot zelfs nihil.

In de archieven van de geheime diensten van de Sovjet-Unie zal er wel een mapje over jou gezeten hebben, Leo?

 Waarschijnlijk wel. Ik heb inderdaad verschillende keren de Sovjetambassade bezocht in Ukkel, en de eerste keer liep het al bijna mis. Via een parlofoon aan de oprit had men mij gezegd rechtsaf te slaan, maar ik vergiste me en reed linksaf. Voor ik het wist kwam ik achter de ambassade uit en daar stond een vrouw die de was aan een draad aan het ophangen was me met open mond aan te staren. Ik heb dan maar gauw mijn wagen gekeerd en ben uiteindelijk toch op de parking voor het gebouw terecht gekomen. En daar werd ik toch meteen geïnterpelleerd waarom ik de instructies niet opgevolgd had. Tja, misschien was ik wel een spion die microfilms bij de huishoudster kwam oppikken hé… Gelukkig begreep de attaché van de ambassade dat het om een misverstand ging, en nadien ben ik daar goed ontvangen, verschillende keren, en die man bezorgde me regelmatig de nodige documentatie.

Intussen gaf ik in mijn vrije tijd al wel eens lezingen over ruimtevaart voor scholen en verenigingen en stelde ik al wel eens enkele dingen tentoon met behulp van het materiaal en de documentatie waarover ik beschikte. Op een dag werd ik aangesproken door iemand die me wist te vertellen dat de stad Lier in het kader van het Zimmerjaar in 1988 een grote tentoonstelling ging organiseren die mij misschien ook wel zou interesseren. Ik nam contact op met het stadsbestuur, en die mensen zagen een samenwerking zeker zitten. De titel van de tentoonstelling was ‘Tijd, Techniek en Kosmos’, waarbij uiteraard de figuur van Louis Zimmer met zijn klokken en planetarium centraal zou staan. Maar ruimtevaart paste ook perfect in dat plaatje, en daarom trok ik samen met iemand van het Lierse stadsbestuur naar de Sovjetambassade met de vraag of zij bereid zouden zijn om aan dit prestigieuze project mee te werken. En kijk, die Russen zagen dat meteen helemaal zitten, zij zorgden ervoor dat we over uniek tentoonstellingsmateriaal konden beschikken met als blikvanger een schaalmodel van de Vostok-capsule. De culturele attaché heeft zelfs kunnen bekomen dat kosmonaut Nikolaj Roekavishnikov speciaal uit Rusland overgevlogen is om een bezoek te brengen aan onze tentoonstelling en aan de Zimmertoren. Luka Vishnikov was trouwens erg te spreken over wat hij te zien kreeg, en als ingenieur stond hij vol bewondering te kijken naar het raderwerk van de astronomische klok van Louis Zimmer.

Die tentoonstelling in Lier heeft geduurd van 29 mei tot 29 september en was een enorm succes met heel veel bezoekers, ook uit het buitenland.

In mijn contacten met de Sovjetmensen meende ik vaak een latente vorm van wantrouwen te voelen, en afspraken werden door hen niet altijd gerespecteerd wegens censuur of vrees voor spionage en dergelijke zaken. Maar het feit dat zij zo positief meewerkten aan het welslagen van die grote tentoonstelling was zeker toch wel een bewijs dat ze ons finaal toch als betrouwbare partners beschouwden.

Je vertelde me dat jij ooit de Amerikaanse Maanlander nagebouwd hebt voor ergens een tentoonstelling? Jij was waarlijk een ruimtevaart PR-departement op je eentje!

Die Maanlander was op schaal 1:3, dus inderdaad een grote constructie, en ze stond opgesteld in het warenhuis Innovation in Mechelen. Het was eind 1969, kort na de historische landing van Armstrong en Aldrin op de Maan. In al die jaren heb ik overal in ons land tentoonstellingen gehouden, spreekbeurten gegeven, en ik deed het allemaal uit liefhebberij, ik heb er nooit een cent aan overgehouden.

Maanlander%20Innovation.jpg
De door Leo Van Zeir zelfgebouwde Maanlander in de Mechelse Innovation in 1969

 

Jij had toch ook contacten met de Europese ruimtevaartorganisatie ESA?

Dat was vanaf de jaren 1980. De Europeanen wilden op het vlak van ruimtevaart natuurlijk ook iets betekenen naast de Sovjet-Unie en de VS, en in 1975 werd daartoe het European Space Agency, de ESA opgericht. Via iemand op een ministerie die wist van mijn passie voor ruimtevaart ben ik in contact gekomen met Heidi Graf, een Duitse die overigens perfect Nederlands sprak, zij was het hoofd van de dienst public relations van ESA in Nederland, ESTEC. Dat acroniem staat voor European Space Research & Technology Centre. Dat centrum in Noordwijk bestaat naast een administratieve eenheid uit enorme laboratoria en ateliers waar satellieten gebouwd, getest en klaargemaakt voor hun ruimtevlucht. Ik had een prima contact met mevrouw Graf, ben herhaalde keren op bezoek geweest op ESTEC en telkens bezorgde zij me een heleboel documentatie, beelden in hoge resolutie, en ook kleine schaalmodellen van allerlei ESA-satellieten.

Het was natuurlijk de bedoeling dat je met dat materiaal iets zou doen?

Uiteraard, de ESA verwachtte dat ik verder zou doen met lezingen en tentoonstellingen in scholen, culturele centra en dergelijke, waarbij het dan zeker de bedoeling was om te laten zien dat ook de Europese industrie en wetenschap in staat was om mooie ruimtevaartprojecten te realiseren. Ze lieten mij zelf evenementen organiseren, waarbij ze een verslagje van mij verwachten met wat ik precies gedaan had, waar en hoeveel personen er aanwezig waren. Ik voegde er ook telkens wat foto’s bij om te laten zien dat het ESA-materiaal goed gebruikt werd. Ze waren blijkbaar tevreden over wat ik deed, want ik kreeg altijd maar meer maquettes.

Was je dan officieel in dienst van ESA?

Neen, ook al was dat in de praktijk eigenlijk wel zo. In Nederland hadden ze wel zo’n officiële medewerker, maar in België niet.

Een van de hoogtepunten in die periode (jaartal?) was een grote tentoonstelling aan de universitaire campus van Diepenbeek die twee maanden lang door het publiek kon bezocht worden, het was meteen ook de grootste ruimtevaarttentoonstelling die ESA ooit in ons land georganiseerd heeft. Er waren verschillende satellieten op ware grootte te zien, waaronder de impressionante  Meteosat, en er stond ook een maquette van een Arianeraket die ruim zes meter hoog was. Ik was verantwoordelijk voor de organisatie van die tentoonstelling, de opbouw en afbraak ervan, en ik deed de hele week door rondleidingen. Alleen in het weekend ging ik naar huis – mijn vrouw was blij dat ze mij dan ook nog eens zag, dan was het mijn Nederlandse collega die even overnam van mij.

De ESA ontwikkelde zich verder en bleef groeien, en kort nadien werd beslist dat in elk land dat deel uitmaakt van de ESA er een officiële vertegenwoordiger zou zijn die verantwoordelijk is voor de communicatie tussen de nationale regeringen en de ESA.

ESA-maquette%20HST.jpg
Schaalmodel van de Hubble-ruimtetelescoop

 

Intussen waren de Vlaamse Volkssterrenwachten ook actief bezig met ruimtevaart, zeker in de periode van de ruimtevlucht van Frank De Winne. 

Ja, die ruimtevlucht van De Winne heeft er inderdaad voor gezorgd dat ESA ook bij het grote publiek bekend werd. De volkssterrenwachten zijn mee op die kar gesprongen, en zij hebben natuurlijk een groot bereik. En voor mij betekende dit dat er opvolging was van de wacht en dat ik met een gerust gemoed het wat rustiger aan mocht doen. En nu ben ik een fitte tachtiger, die nog altijd met veel belangstelling volgt hoe het met de ruimtevaart gesteld is. Ik kijk nu al uit naar juli 2019 wanneer we vijftig jaar mensen op de Maan gaan herdenken.

Alleszins hartelijke dank, Leo, voor dit boeiende interview en zeker ook voor je jarenlange tomeloze inzet om ruimtevaart en al wat daar mee te maken heeft voor hert grote publiek toegankelijk te maken.

Tekst: Francis Meeus
09/11/2018