2017-01 HistoRik over ... Gottfried Wilhelm Leibniz


Gottfried Wilhelm Leibniz (1646-1716)

Gottfried werd geboren in Leipzig in het jaar 1646. Zijn vader Friedrich was professor aan de universiteit van Leipzig, had als familienaam Leibnütz, en stierf in 1652 toen Gottfried nog maar zes jaar oud was. Zijn moeder Katharina diende vanaf dat moment de zorg voor de opvoeding van twee kinderen op zich te nemen.

Later zal Gottfried zijn achternaam eerst veranderen in Leibnitz, later in Leibniz. In het Frans gebruikt men nog steeds de naam Leibnitz, maar dat heeft meer te maken met de uitspraak. Daarom dat men de schrijfwijze Leibnitz ook in het Nederlands soms tegenkomt.

De jonge Gottfried vond thuis in de bibliotheek veel interessants, en door zelfstudie deed hij een basiskennis van Latijn en Grieks op.

In 1661 trok hij op zijn vijftiende naar de universiteit van Leipzig om er filosofie te gaan studeren, maar verandert later naar de afdeling rechten. Omdat zijn mathematische kennis nog onvoldoende was, studeerde hij in 1663 algebra en Euclidische meetkunde aan de universiteit van Jena. In 1665 behaalde hij zijn diploma rechten in Leipzig niet, daarop trok hij naar Nürenberg, en daar behaalde hij in 1666 zijn graad van doctor in de rechten. Hij kon er aan het werk als alchemist, en hoewel hij daar niet veel van kende, deed hij er toch de nodige kennis op. Later zal hij zeggen dat de alchemie niet veel betekende en niet wetenschappelijk is.

Zijn meest vruchtbare periode situeerde zich ongetwijfeld tussen de jaren 1672 en 1676. Leibniz trok naar Frankrijk en ontmoette er Christiaan Huygens, die hem als mentor bijstond bij zijn zelfstudie in de mathematica. Hij legde er de grondslagen vast van integraal en differentiaal rekenen en de afgeleiden daarvan. En in die periode legde hij er ook zijn wiskundige formules vast. Hij toonde ook aan dat men binair kan rekenen, wat later de grondslag zou worden van de computer. Zijn bekende uitvinding van de mechanische rekenmachine zal nog 2 eeuwen meegaan. In 1673 kreeg hij er in Groot-Brittannië een beloning voor, want hij werd er lid van de prestigieuze Royal Society. Het was de eerste rekenmachine die de vier hoofdbewerkingen aankon. Er was al wel eerder een rekenmachine ontwikkeld, maar die kon enkel optellen en aftrekken.

Vanaf 1676 begon een andere periode toen Leibniz benoemd werd tot bibliothecaris van de Hertog August bibliotheek in Wolfsbüttel, in de buurt van Hannover. Die functie bracht hem in contact met vele prominenten uit heel Europa, en in die periode reisde hij ook veel in Duitsland, Oostenrijk en Italië. Hij had ook contacten met de mijnbouwindustrie in het Harzgebergte waar metaal en zilver ontgonnen werd. Leibniz zorgde voor structurele verbeteringen wat betreft de ontginning en het transport van de metalen.

 

Conflict met Newton

Door een artikel in de Royal Society Journal begint in 1708 de beruchte ruzie tussen Leibniz en Newton over het plagiaat van het integraal en differentiaal rekenen. Leibniz had deze manier van rekenen wel al bedacht in 1672, maar pas gepubliceerd in 1684. Newton daarentegen was reeds in 1668 aan het rekenen op diezelfde basis, maar publiceerde die nieuwe wiskunde in 1693. Deze hoog oplopende discussie werd toen niet opgehelderd. De Engelsen hielden het voorspelbaar bij Newton en de Duitsers even voorspelbaar bij Leibniz.

Deze discussie werd bijna twee eeuwen later weer op gang gebracht door de publicaties van Maxwell en Einstein. Pas in 1900 werd Leibniz gezuiverd van alle aanklachten omdat men toch grote verschillen vond in beide uiteenzettingen, zodat er eigenlijk geen sprake was van plagiaat door Leibniz.

Ook op een ander gebied ging Leibniz niet akkoord met Newton. Hij vond wel dat de gravitatiewet van Newton mathematisch juist was, maar het was volgens hem te primitief en het gaf geen fysische uitleg voor de planeetbanen. Hij vond ook dat tijd en ruimte relatief met elkaar verbonden zijn, terwijl Newton zei dat het volledig onafhankelijke begrippen zijn. Het was pas Einstein die in dit verband klaarheid zou scheppen met zijn relativiteitstheorie.

In 1711 kreeg Leibniz door toedoen van de Hertog van Braunschweig de adellijke titel van baron en van 1712 tot 1714 wetsraadsheer aan het keizerlijk hof in Wenen.

Toen de Engelse koningin Anne in 1714 stierf, werd prins Georg Ludwig van Hannover de nieuwe koning George I. Leibniz dacht mee naar Engeland te mogen, maar zijn verzoek werd meermaals afgewezen, en zijn goede relaties met het huis van Hannover verslechterden. Mogelijk heeft de ruzie met Newton een rol gespeeld om Leibniz geen hoge post te laten bekleden in het thuisland van Newton.

In 1716 overleed Leibniz in Hannover, eenzaam, zonder priester, en op de begrafenis zou enkel zijn secretaris aanwezig zijn geweest.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd zijn huis in Hannover volledig verwoest, maar in 1983 werd het volledig gereconstrueerd.

Hij wordt beschouwd als een groot geleerde, en vooral in Duitsland wordt zijn naam alle eer aangedaan.

Wat heeft hij verwezenlijkt?

- mathematische regels en formules in algebra en mathematica
- decimale klassement in bibliotheken
- mechanische rekenmachine
- deurslot, anemometer, eindeloze ketting
- spaarkas voor weduwen en wezen
- stichter Berlijnse sterrenwacht in 1700

Naar hem genoemd

- Leibniz prijs voor onderzoek vanaf 1985
- Leibniz Gemeinschaft, opgericht in 1991 en bevat 88 instituten
- Universiteit Hannover
- Sterrenwacht in Potsdam
- Krater achterzijde van de Maan
- Asteroide 5149

Tekst: Rik Blondeel, december 2016