2016-01 MIRA Ceti sprak met... Jean-Pierre Grootaerd


Tegenwoordig kan je voor betrekkelijk weinig geld een telescoop kopen die kant en klaar is, met de moderne GoTo-kijkers moet je zelf haast niets meer van de sterrenhemel kennen om planeten, sterren en deepsky waar te nemen. Maar als je een telescoop echt door en door wil leren begrijpen, is er niets beters dat je kan doen dan er zelf eentje bouwen.

Er zijn in ons land een paar kernen actief waar men zelf telescopen bouwt, maar bij onze collega’s van de Volkssterrenwacht Armand Pien in Gent heeft de werkgroep kijkerbouw heel wat extra's te bieden. Daarom trokken we naar gebouw S9 aan De Sterre in Gent waar we een uitvoerige babbel hadden met Jean-Pierre Grootaerd (°1956), één van de drijvende krachten aldaar. Op zijn veertiende had hij toevallig van zijn vader Thieme’s Sterrenboek cadeau gekregen, en de lectuur van dat boek deed niet alleen bij hem een grote passie voor sterrenkunde ontstaan, maar ook het idee om zelf een telescoop te bouwen.

 

2016-01%20Jean-Pierre%20Grootaerd.jpgJean-Pierre, reeds als jonge kerel droomde je ervan om zelf een telescoop te bouwen, maar het heeft wel behoorlijk lang geduurd voor je die droom hebt kunnen waarmaken?

En zeggen dat ik een erg ongeduldige persoon ben! Maar inderdaad, ik was al vijftig voorbij toen ik eraan begon. Hoe komt dat? Eens mens begint te werken, krijgt een gezin met kindjes en daar steek je veel energie in. Sterrenkunde bleef me intussen natuurlijk wel boeien, ik was lid eerst van de JVS, vervolgens van de VVS en ook van sterrenkundeclub Quasar in Oostende waar ik Armand Pien persoonlijk leerde kennen. Toen ik vijftig geworden was, besloot ik vier vijfde te werken, en zo had ik elke week de woensdag vrij. Ik wist dat er aan de universiteit in Gent een werkgroep kijkerbouw actief was, dus daar zou ik mijn droom uiteindelijk kunnen gaan realiseren. Ik vroeg aan werkgroepleider Guy Wauters hoe lang het duurt om een telescoop te maken, waarop hij antwoordde: als je elke woensdagavond komt en er per avond drie à vier uur aan werkt, is je telescoop in ongeveer tien à twaalf maanden klaar. Dat leek me oké, ik ben mijn kijker daar in de werkplaats beginnen maken, en drie maanden later was mijn telescoop klaar en was ik ermee naar de sterren aan het kijken.

 

Wow, al na drie maanden?

De aard van het beestje zeker? Ik zei aan Guy dat ik best zin had om andere mensen bij te staan bij de bouw van hun telescoop, want mijn vrije woensdag was ook de dag waarop de werkgroep actief was. Het enige probleem: er kwamen maar weinig geïnteresseerden opdagen, dus erg veel hadden we niet om handen. Dat zinde me niet, en daarom besloot ik om met de goedkeuring van Guy en de universiteit jongen mensen uit de derde graad middelbaar aan te trekken in het kader van studieprojecten. Dat initiatief is geleidelijk beginnen groeien, intussen is de vraag om hier een telescoop te komen bouwen groot geworden, niet alleen vanwege scholen, maar ook individuele personen vinden meer en meer de weg naar onze ateliers.

 

Ik meen me te herinneren dat je in die periode serieus bent beginnen sukkelen met je gezondheid?

Zeker, dat was natuurlijk een zware domper voor mij en mijn gezin. Ik ben op de invaliditeit terecht gekomen, maar gelukkig gaat het niet om een levensbedreigende ziekte waarbij ik toch nog wel voldoende mobiel ben. Als je een dergelijke tegenslag te verwerken krijgt, kan je je ofwel terugtrekken uit de maatschappij, je thuis installeren en je dagen vullen met naar tv en voorbijrijdende auto’s te kijken, ofwel blijf je zo goed en zo kwaad als het kan actief bezig met zinvolle dingen buitenshuis. Ik wil per se iets terugdoen voor de maatschappij via de sterrenkunde, dat is ten eerste veel beter voor mezelf en voor de mensen om mij heen want op die manier zal je niet zo snel verbitterd en depressief worden, en ten tweede is het ook positief voor de maatschappij, want mijn doel is jonge mensen enthousiast maken voor wetenschap en techniek. Gelukkig kreeg ik toestemming van mijn adviserende geneesheer om dit soort fysiek licht vrijwilligerswerk te doen, en vanaf toen ben ik me volop beginnen toeleggen op het aantrekken van scholen voor het zelf bouwen van een telescoop in het kader van de lessen optica.

Aanvankelijk ging het er mij alleen om dat de leerlingen zelf een telescoop zouden bouwen rond de spiegel of de lens die ze ook zelf geslepen hadden, maar geleidelijk kreeg ik de indruk dat die projecten vaak dienden om mee te pronken tijdens opendeurdagen, maar dat er eigenlijk bitter weinig mee uitgericht werd. Die opendeurdagen zijn typisch in mei en juni, tegen die tijd hadden de leerlingen hun kijker dan wel klaar, maar het is niet het beste seizoen om veel sterren te kijken omdat het zo laat donker wordt. En zo is het idee ontstaan om een aantal workshops te ontwikkelen die de leerlingen met hun zelfgebouwde kijkers zouden kunnen realiseren. En wij zorgen natuurlijk ook voor begeleiding en ondersteuning daarbij.

 

Het is wel een voordeel om aan een universiteit verbonden te zijn om die workshops allemaal op korte termijn te kunnen uitwerken?

Dat is zeker, als ik een in mijn ogen goed idee heb, leg ik het voor aan de theoretische sterrenkundigen en zij werken het dan voor mij uit, zodat het bruikbaar wordt voor leerlingen van de middelbare school. Zo hebben we een aantal opdrachten i.v.m. het waarnemen van de Zon en de Maan, op basis daarvan kunnen zij zelf de rotatiesnelheid van de Zon bepalen of de hoogtes van bergen op de Maan berekenen. Een ander project gaat over het bepalen van de massa en bewegingen van manen bij Jupiter en Saturnus op basis van de wetten van Kepler. Het is ook mogelijk om spectroscopie te doen met een eenvoudige telescoop als je gebruik maakt van een Star Adapter SA100, en voorts bieden we een workshop aan over het onderscheiden van kleuren van sterren en dubbelsterren. Dat zijn vijf mooi uitgewerkte projecten die door een aantal deskundige personen begeleid worden.

Daarom moeten de telescopen die de leerlingen bij ons komen bouwen voor mij tegen eind januari klaar zijn, zodat ze er vervolgens nog enkele maanden mee aan de slag kunnen voor het realiseren van het door hen gekozen project. En wat is het resultaat? Door het doen van die projecten zijn een aantal jongeren effectief geboeid geraakt door sterrenkunde, en er zijn er zelfs enkele die hier intussen rondlopen als student. Je begrijpt dat zoiets voor ons allen die hierbij betrokken zijn een enorme voldoening geeft.

 

Zelfs in Nederland bestaat belangstelling voor jullie projecten?

Ja, elk jaar worden we toch door minimaal drie tot vier Nederlandse scholen gevraagd om hen te assisteren, ze komen dan soms zelfs speciaal vanuit Nederland tot in Gent. Dat heeft er vaak mee te maken dat studenten ginds minder ondersteuning krijgen bij hun projecten dan hier bij ons. Iedereen is hier natuurlijk welkom, maar om te beginnen hebben wij met onze werkgroep al meer dan werk genoeg, en bovendien lijkt het mij logischer dat men op dit vlak in Nederland zelf op een gelijkaardige manier zou werken als hier bij ons, omdat er blijkbaar nood aan is, anders zouden die scholen ons niet contacteren. Ik heb goede relaties met enkele Nederlandse volkssterrenwachten die ook in het verhaal meestappen. En het is een beetje hun taak om hun collega’s sterrenwachten er ook warm voor te maken. Als ik door een Nederlandse school wordt gecontacteerd, verwijs ik ze door naar een sterrenwacht in hun buurt. Die hebben vrijwilligers en sterrenkundige knowhow, dus zouden ze moeten kunnen meehelpen. Wij willen met onze ervaring zeker mee ondersteunen, maar zij moeten zich zelf toch ook engageren. Het hoeft trouwens niet altijd te gaan om het zelf bouwen van een sterrenkijker. Hoeveel telescopen staan er op sterrenwachten stof te vergaren zonder dat iemand er ooit nog gebruik van maakt? Ik garandeer je: op elke sterrenwacht zijn er zo van die kijkers. Welaan dan, zet die kijkers in orde en trek ermee naar scholen en dergelijke om er iets nuttigs mee te doen.

 

In 2014 heb jij zelfs meegewerkt aan ‘Heel Nederland kijkt sterren’, niet?

Ik ben niet zelf op tv willen komen, maar ik ben er inderdaad bij betrokken geweest. Er was een meisje van vijftien bij mij gekomen voor het maken van een sterrenkijker, Daphne Meins uit de buurt van Groningen. Wat een gedreven iemand is dat, zeg! Zij maakte een pracht van een kijker en daar werd de nodige ruchtbaarheid aan gegeven, zodat het de nationale tv ter ore was gekomen. Ik was aan het werken in ons atelier, het was half twee in de namiddag toen er op 2 december telefoon was voor mij. De VARA uit Nederland. Zij vroegen me of ik hen in contact kon brengen met dat meisje van 15 met haar telescoop, om 19 uur was het live uitzending van ‘De wereld draait door’ en het programma zou helemaal in het teken staan van ‘Heel Nederland kijkt sterren’ de dag nadien. En, vervolgden ze, er is in Nederland nog een ander meisje, die is 10 jaar, die weet ook heel veel over sterren, ze geeft zelfs lezingen over zwarte gaten in het Engels. Kan jij ervoor zorgen dat beide meisjes tegen 17.30 uur bij ons in de studio in Hilversum zitten? Wij zorgen er wel voor dat ze allebei met een taxi afgehaald worden.

 

Wat een opdracht!

Ik heb eerst wel een keer gevloekt op die man aan de telefoon, maar ben dan als een gek beginnen rondbellen, mailen, berichten plaatsen op Facebook, en met succes. Daphne kon ik gemakkelijk terugvinden aangezien zij bij mij haar telescoop had gebouwd, dan kwam het erop aan de school waar zij op dat moment aanwezig was te overtuigen dat ik naar haar vroeg met een fantastisch aanbod: deelnemen aan een van de grote talkshows op de Nederlandse televisie. Via haar ouders is dat gelukt. Dat andere meisje was mij onbekend, maar zoveel meisjes van tien jaar die lezingen over zwarte gaten geven in het Engels lopen er in Nederland niet rond, en met de vele contacten op Facebook die ik heb kwam ik er gauw achter dat haar naam Wioletta Burger is, en zo kon ik haar ook contacteren. Haar overtuigen om deel te nemen aan ‘De wereld draait door’ was helemaal niet moeilijk. Dus op enkele uren tijd was mijn opdracht geslaagd, want om half zes zaten Daphne en Wioletta allebei in de studio. En ’s avonds zat ik thuis achter mijn tv te glunderen toen ik hen naast Govert Schilling super enthousiast uitleg hoorde geven, zij hebben zeker in grote mate bijgedragen aan het enorme succes van ‘Heel Nederland kijkt sterren’ de dag nadien. Er was wel een probleem in verband met de tv-uitzending naar aanleiding van ‘Heel Nederland kijkt sterren’. Het plan was om Sterrenwacht Tivoli in Oudenbosch als hoofdlocatie te nemen voor de uitzending, men wou immers in de kijker zetten dat de plaatselijke sterrenwacht na vele jaren sluiting weldra terug zou opengaan voor het publiek. Maar toen de mensen van de tv-ploeg daar op prospectiebezoek gingen waren zij alles behalve enthousiast, wat er daar op dat moment te beleven viel was niets anders dan een klooster met daarnaast een brasserie. Dat zag er dus echt niet uit als een sterrenwacht. Toen Herman Vissia, de voorzitter van Tivoli, mij contacteerde met hun bezwaren om die locatie te kiezen als kader voor ‘Heel Nederland kijkt sterren’, heb ik hen gezegd: geef me vierentwintig uur en dat staat hier vol met telescopen. En ik heb woord gehouden want de dag nadien stonden er maar liefst zestig telescopen opgesteld op Tivoli dankzij de hulp van de mensen van Astroforum.nl. Je ziet dat een goed netwerk soms wonderen kan doen hé.

 

Een netwerk is natuurlijk belangrijk, maar het is toch vooral jouw enthousiasme dat van kapitaal belang is!

Enthousiasme is inderdaad essentieel om dingen tot een succes te maken. En dat geldt voor ons in het sterrenkundig wereldje, maar evenzeer voor de leerlingen die een eindwerk maken. Degenen die echt geïnteresseerd zijn komen al in april, mei met de vraag of ze het schooljaar nadien bij ons hun eindwerk mogen komen doen. Dat zijn jongens en meisjes met een goede ingesteldheid, en die wil ik graag verder helpen. Maar als je er hebt die pas in september, oktober langskomen met de vraag om hen nog snel van dienst te zijn, dat zijn er die duidelijk minder gemotiveerd zijn, en dan zie ik het niet altijd zitten om hen verder te helpen.

 

Krijg je nadien veel feedback?

Toch wel. Van de meesten hoor je natuurlijk niets meer, wat heel normaal is: als je honderd jongeren begeleidt en er blijven er drie à vier over, lijkt me de missie geslaagd. Daarvoor doen we het, zij zorgen ervoor dat wat wij doen zinvol is. Bij het begeleiden van die jongeren kom je er af en toe tegen waarvan je zegt: die hebben het echt in zich, als we die goed omringen en motiveren, kunnen zij het ver brengen in de sterrenkunde of in andere wetenschappelijke richtingen. En die mag je niet loslaten.

 

De manier waarop jij in contact bent gekomen met Bruno Ernst is echt wel buitengewoon te noemen?

Zeg dat wel, Bruno Ernst was voor mij de man van Thieme’s Sterrenboek, en via dat boek had ik als jonge snaak het idee opgedaan om zelf een telescoop te bouwen, maar verder wist ik niet veel over die man. In Thieme’s Sterrenboek beschreef de auteur de bouw van een Kuttertelescoop, en daarom stelde ik aan Guy van de werkgroep kijkerbouw voor om ook zelf een Kutter te maken, dat was enkele jaren geleden. We hadden een tijd voordien in Nederland een aantal wrakken van Kuttertelescopen op de kop kunnen tikken met het idee die ooit wel eens terug in orde te zetten. Guy lachte me uit want Kuttertelescopen zijn inderdaad niet meer van deze tijd, maar als ze me beginnen uit te lachen word ik nog meer gedreven, en zo begon ik vol ijver een klein 6 cm Kuttertelescoopje uit die collectie te restaureren. Toen dat kijkertje klaar was, zette ik daarover een bericht op internet en op Facebook omdat ik blij was met het resultaat.

Kort daarop kreeg ik privé een berichtje op Facebook met de vraag of ik mijn thuisadres wou doorgeven, dan zou er mij iets toegestuurd worden, en de boodschap was getekend door ene Bruno Ernst. Ik antwoordde: als jij Bruno Ernst bent, ben ik koning Boudewijn. Maar de man bevestigde dat hij wel degelijk de enige echte Bruno Ernst was en hij nodigde me meteen ook uit bij hem thuis, opdat ik met eigen ogen kon zien dat zijn bewering klopte. En zo trok ik half augustus 2014 naar Utrecht waar ik inderdaad de man ontmoette die mij begin jaren 1970 via zijn boek had laten kennismaken met de wondere wereld van de sterrenkunde. Hij wordt dit jaar 90 jaar.

Ik vroeg hem hoe hij in godsnaam op mijn Facebookpagina terecht was gekomen, waarop hij antwoordde dat het Kuttertelescoopje dat ik terug in orde had gezet door hem zelf in 1961 gemaakt was! Dus zonder dat ik het besefte had ik de telescoop gerestaureerd van de persoon die meer dan veertig jaar geleden bij mij het idee had doen ontstaan dat ik zelf ooit een telescoop wou bouwen. Het Kuttertje staat nu terug bij hem thuis, en hij kijkt er vanuit zijn appartement nog altijd mee naar de Maan, de planeten en de sterren.

 

Onlangs werd de sterrenwacht in Oudenbosch na 44 jaar weer geopend, wat vroeger Sterrenwacht Simon Stevin was heet nu Sterrenwacht Tivoli. En kijk, de oprichter van weleer, Bruno Ernst, was de eregast bij de heropening.

Ja, het was een mooie en ontroerende dag waarbij heel wat prominenten uit de Nederlandse sterrenkundige wereld aanwezig waren. En het is mooi dat men in Nederland erkent welke belangrijke rol Bruno Ernst gespeeld heeft in de popularisatie van sterrenkunde en wetenschappen. Naast de boeken en artikelen die hij gepubliceerd heeft over sterrenkunde, heeft hij in 1961 het wiskundig tijdschrift Pythagoras opgericht dat nog steeds uitgegeven wordt en gebruikt in het middelbaar onderwijs. En tijdens de jaren 1980 startte hij de stichting Ars en Mathesis op met als doel kunst die zijn inspiratie vindt in de wiskunde in de kijker te zetten. Ook die stichting is nog steeds erg actief. Bruno Ernst mag dus toch echt wel met recht en rede een pionier genoemd worden op al die terreinen waarbinnen hij actief was en nog steeds is.

 

Jij verricht anders toch ook pionierswerk, Jean-Pierre, met dat fantastische project 'Sterren schitteren voor iedereen'. Hoe ben je daartoe gekomen?

Met die schoolopdrachten komen we elke keer in contact met jongeren die het geluk hebben te kunnen studeren, en het zijn vaak de wetenschappelijk meer begaafde leerlingen die voor ons soort projecten kiezen. Op een bepaald moment had ik het gevoel dat hetgeen wij doen eigenlijk een heel gemakkelijke job is: mits een beetje begeleiding zijn die begaafde gastjes zo vertrokken en de rest lukt bijna allemaal zonder veel verdere hulp. Maar er zijn ook veel mensen die nooit de kans hebben gekregen om te studeren door allerlei gebeurtenissen in hun leven of door een of andere beperking. En dat zijn mensen die vaak totaal niet in aanraking komen met sterrenkunde. Je zal zeggen: daarvoor zijn er volkssterrenwachten, maar voor hen is de drempel toch nog vaak te hoog, want zij denken dat daar alleen maar specialisten actief zijn. En dat hoge niveau is naar hun idee voor hen niet weggelegd. Jammer natuurlijk dat zij zo redeneren, maar ik heb dit helaas al meerdere keren zien gebeuren. En daarom leek het mij een goed idee iets te realiseren voor die mensen. Ik had een heel eenvoudig plan in mijn hoofd met het bouwen van enkele eenvoudige telescoopjes en een aantal activiteiten om met die kijkers aan de slag te kunnen gaan. In die periode hielden we hier aan de faculteit een studiedag optica, en een van de aanwezige prominenten was Harrie Rutten, de Nederlandse telescopenspecialist. Hij is o.a. auteur samen met Martin van Venrooij van het boek Telescope Optics, wereldwijd een referentiewerk voor wie de optische werking van een telescoop echt wil doorgronden. Ik had al eerder met Harrie contact gehad, over telescopen natuurlijk, en nu sprak ik hem aan over mijn ideeën om een simpel telescoopje te ontwerpen voor mensen met een beperking. En tot mijn verrassing reageerde hij meteen heel enthousiast. Hij zei: ik stap mee in dat project. En dat was schitterend nieuws, want ik zag het niet zitten om dat helemaal op mijn eentje of alleen maar met de hulp van mijn entourage in Gent te realiseren. Harrie Rutten is een man met een uitstekende faam en veel relaties in de sterrenkundige wereld, dus dat was alvast een serieuze bonus om met het project van start te gaan.

 

En korte tijd later zagen wij jou verschijnen met dozen met daarin 8 cm lenzenkijkers van Bresser?

Ja, het plan was oorspronkelijk anders. Harrie kon misschien wel aan lenzen geraken en dan zouden wij er kijkers voor maken. Hij vroeg me aan hoeveel lenzen ik dacht. Ik vind honderd een mooi getal en daarom zei ik hem honderd stuks. Bij het horen van dat aantal schrok Harrie wel even, en hij liet weten dat het wel even zou duren voor hij die zou kunnen krijgen. Maar dat wachten zag ik niet zitten, en daarom veranderde ik van idee: in plaats van al die kijkers zelf te bouwen wat een hele karwei zou zijn, zouden we misschien beter zelf voor een eenvoudig monteringsysteem kunnen zorgen en de kijkers gewoon kopen bij een fabrikant. Collega Guy is meteen achter zijn tekentafel gaan zitten en hij kwam vrij snel met een bruikbaar en eenvoudig systeem op de proppen. Daarop contacteerde Harrie de CEO van de firma Bresser in Duitsland, Helmut Ebbert, een kennis van hem. Harrie wist dat hij in zijn naaste omgeving iemand heeft met een geestelijke beperking. En die man vond ons project zo mooi dat hij ons de eerste tien kijkers meteen cadeau deed. Maar eigenlijk hebben we er twintig nodig liet ik hem weten, en daarom kregen we uiteindelijk twintig lenzenkijkers mee naar huis. Voor mezelf zou ik zoiets nooit doen, maar omdat het project zo waardevol is, durf ik wel mijn stoute schoenen aantrekken en meer vragen dan oorspronkelijk gegeven wordt. Maar ik ben ook heel dankbaar, en dat weten al diegenen die erbij betrokken zijn ook wel.

Momenteel zijn we met 'Sterren schitteren voor iedereen' actief in België en Nederland, maar Harrie heeft via zijn goede relaties in Duitsland ook al twaalf Duitse sterrenwachten bij het project kunnen betrekken. Begin januari 2016 zijn er al dertig telescopen weggegeven, en voor de rest van 2016 zouden er daar nog ruim zeventig bijkomen, wat een totaal van iets meer dan honderd telescopen maakt voor het eerste anderhalf jaar. Indrukwekkend, vind je ook niet? Maar er zijn plannen om op korte termijn ook in Engeland, Frankrijk, Oostenrijk, Zwitserland, Italië en Polen van start te gaan. We zien het dus wel heel groot, en na Europa is er nog de rest van de wereld. Het zou dan gaan om het overnemen door die landen van ons concept, en daarom staan we er wel op dat de namen van Harrie Rutten en van mij eraan verbonden blijven als garantie dat het concept blijft zoals het bij ons is. Maar het is niet de bedoeling dat wij overal telescopen gaan leveren en voor sponsors en omkadering zorgen, dat moet ieder land zelf doen. Bij ons staan mensen als Frank Deboosere, Dirk Frimout en Frank De Winne achter het project, en dat zorgt voor een positieve uitstraling, maar in Engeland kunnen ze beter uitpakken met iemand als Brian May, de gitarist van de rockband Queen die tevens ook astrofysicus is en al enkele boeken over sterrenkunde uitbracht. Als zo'n figuur zich met 'Sterren schitteren voor iedereen' wil associëren zal dat in het Verenigd Koninkrijk voor een enorme boost zorgen.

 

Hoe ben jij bij Dirk Frimout en Frank De Winne terecht gekomen?

Dirk Frimout kwam ik tegen op een activiteit van de Jeugdwerkgroep Ruimtevaart in Brugge, en daar sprak ik hem aan over 'Sterren schitteren voor iedereen'. Je weet wel dat hij voorzitter is van de Euro Space Sociey, een vzw die tot doel heeft jongeren in contact te brengen met ruimtevaart. En Frimout stelde mij voor om een van zijn Space Educators te worden omdat ik zo gedreven bezig met initiatieven die nauw aanleunen bij hetgeen de Euro Space Society doet. Nu is het nooit mijn bedoeling om te behoren tot een exclusief clubje, maar ik zag er wel meteen het nut van in om ons project nog beter te kunnen ondersteunen en promoten. Via Dirk Frimout ben ik in contact gekomen met Frank De Winne tijdens een bezoek aan het Europese astronautencentrum in Keulen, en Frank De Winne was meteen bereid om zijn steun toe te zeggen, samen trouwens met het hele ESA astronautenkorps. En Dirk Frimout is ondertussen peter geworden van ons project.

 

Wij zijn blij dat wij op MIRA kunnen meewerken aan 'Sterren schitteren voor iedereen' omdat dit initiatief zo mooi aansluit bij onze doelstelling om sterrenkunde voor letterlijk iedereen toegankelijk te maken.

En voor mij is het ook belangrijk dat het project gedragen wordt door allerlei partners, ik ben er als de dood voor dat mensen de indruk zouden krijgen dat het allemaal om mijn persoontje draait. Wie mij kent weet dat ik dat allerminst wil. Wat er nu gebeurt rond 'Sterren schitteren voor iedereen' is alleen maar mogelijk omdat er een hele ploeg bij betrokken is, allemaal enthousiaste mensen, en het is goed dat die ook in de kijker gezet worden. Ik kan bv. niet alle organisaties en instellingen die een aanvraag doen om een telescoop te bekomen persoonlijk screenen, maar daarvoor zijn er de sterrenkundeclubs en volkssterrenwachten. Als zij ermee akkoord gaan dat een bepaalde school of instelling voor het project in aanmerking komt, heb ik daar alle vertrouwen in. Want het is natuurlijk wel de bedoeling dat die telescopen ook effectief gebruikt worden door de mensen met een beperking en hun begeleiders, en met ondersteuning van lokale clubs en sterrenwachten zou dat moeten lukken. Ik vraag wel dat die scholen en instellingen zich engageren om die telescoop niet binnen afzienbare tijd van de hand te doen, dat zou in strijd zijn met de basisidee.

 

Bedankt voor het boeiende verhaal, Jean-Pierre, en we wensen jou vanop MIRA heel veel succes met alle projecten die wij natuurlijk ook verder enthousiast mee blijven ondersteunen.