2016-01 HistoRik over ... Laurent Cassegrain


Cassegrain  ( 1629-1693 )

 

Als men de naam Cassegrain hoort, denkt men onmiddellijk aan de telescoop en niet direct aan een persoon. Maar hij is wel de uitvinder van de Cassegrain telescoop en was ook een tijdgenoot van Isaac Newton. We kennen allemaal de Newton telescoop of de Kutter telescoop, maar Cassegrain is meer een begrip zoals de naam “Bic”. Het ontwerp is lang vergeten geweest en pas veel later terug opgevist en is nu uitgegroeid tot de succesvolste en meest verbreide telescoop. De naam Cassegrain was al wel bekend in de astronomie, maar het heeft lang geduurd om de juiste persoon te vinden die de uitvinder was.

De voornaam was onbekend en men schreef dan Cassegrain N. Men dacht eerst aan een Nicolas die zou geleefd hebben in die tijd. Later dacht men aan Guillaume die volgens de verslagen een metaalgieter was rond 1684 onder Lodewijk XIV.    Ook aan Jacques werd gedacht want die zou volgens een verslag uit 1691 een stuk magneet gevonden hebben in de kathedraal van Chartres. Pas in 1997 hebben twee astronomen   uit parochieregisters van Chartres en Chaudon kunnen vinden dat het ging over Laurent Cassegrain. Dat artikel is dan verschenen in de “Journal of Optics” met de titel : “Cassegrain : un célèbre inconnu de l'astronomie instrumentale”.

Laurent is geboren in Chartres in 1629 en is de zoon van Mathurin Cassegrain en Jehanne Marquet en had 5 broers en zusters. Over zijn jeugd en opvoeding is niets bekend en men vindt zijn naam pas terug als hij al 25 jaar is in de annalen van 1654 waarin vermeld staat dat hij een katholiek priester is en aangesteld als  leraar latijn, grieks en religieus werk in het enige college in Chartres. Zoals velen in die tijd houdt hij zich ook bezig met meerdere disciplines waaronder physica en meer specifiek in de acoustiek, optiek en mechanica. Hij correspondeerde met een vriend Claude Estienne (1640-1723), kannunik in de kathedraal van Chartres en Prior “De Bercé”. Deze namen zijn wel belangrijk voor het verdere verloop.

Twee brieven zullen Cassegrain bekend maken : In 1672 schrijft hij een artikel aan Claude Estienne, die het doet verschijnen in “Mémoires et Conférences pour les Arts et les Sciences” over de berekeningen en gegevens van “Trompettes à parler de loin” (zeg maar onze megafoon). Estienne ondertekende niet altijd zijn brieven aan “Le Journal des Sçavans”, maar hier dus wel met “M. De Bercé”. Estienne correspondeerde ook met Christiaan Huygens en de wetenschappers wisten dus wel wie Bercé was.

Een tweede brief werd nooit gepubliceerd maar Estienne refereerde er wel naar in de uitgave van 25 april 1672. Op de publicatie van een reflector, die Isaac Newton had voorgesteld aan de Royal Society in Londen, wou Estienne eerst niet reageren. Dit artikel verscheen eerst in het frans in “Le Journal des Sçavans” van 29/2/1672 en een maand later in het engels in de “Philosophical Transactions”. En zoals we kunnen denken ging het over de Newton-telescoop. Estienne zei wel dat dat hij verrast was door die beschrijving omdat hij al drie maanden eerder een brief ontvangen had van Cassegrain waarbij de auteur een reflector beschrijft en dewelke Estienne zelf ingenieuzer vond.

De telescoop bestaat uit een parabolische holle hoofdspiegel met een opening in het midden, en een kleine hyperbolische vangspiegel die reflecteert doorheen de opening en we hebben dus het oculair achter de hoofdspiegel. Newton reageert dat zo een telescoop niet gemaakt kan worden en hij krijgt hierbij ook de steun van Huygens. Mede door de namen van Newton en Huygens verdween het ontwerp van Cassegrain in de vergetelheid.

Ondanks het bestaan van een Cassegrain-telescoop in 1771 gemaakt door een Benediktijner-monnik Dom Noël in Parijs en ondanks het uitproberen van de optiek door  Jesse Ramsden (1735-1800) in 1779, die vond dat er wel praktische voordelen waren aan het ontwerp, zal het toch nog 200 jaar duren voor het grote succes. Ook Leon Foucault (1819-1868) maakte een telescoop in 1857 en ontwikkelde een methode om glazen spiegels te testen. De Cassegrain-telescoop werd sindsdien wel algemeen aangenomen, maar voor de zelfbouwer bleef de opening in de hoofdspiegel de grootste struikelblok.

Vele telescopen wrrden nu gebouwd volgens het Cassegrain-ontwerp, zoals de Grantecan van 10,4m in La Palma, de twee Keck telescopen van 10m, de 4 VLT-telescopen van 8,2m,  de Hubble Space Telescope en nog vele andere.

In 1930 maakt Bernard Schmidt (1879-1935) er een Schmidt-Cassegrain van door een glazen corrector te plaatsen aan de voorkant met daaraan de vangspiegel vastgemaakt. Daarmee wordt de sferische abberatie weggewerkt. En in 1941 maakt Dimitri Maksutov (1896-1964) er een Maksutov-Cassegrain van. Voor de corrector lens gebruikt hij een meniscuslens die gemakkelijker te maken is. Door de grote productie van  telescopen door grote firmas zijn beide Cassegrains binnen het bereik van de amateurs gekomen.

Laurent Cassegrain werd overgeplaatst van Chartres naar Chaudon, ongeveer 30 km ten noorden van Chartres. Hij blijft er werken als pastoor tot zijn dood in 1693 op de leeftijd van 64 jaar. En zoals toen gebruikelijk was, werd elke pastoor begraven in de kerk, maar op zijn verzoek werd hij begraven op het kerkhof. Dat kerkhof is later verdwenen en zodus is er geen graf meer te bezichtigen.

Zijn naam is onvergeetbaar gemaakt door de Cassegrain-focus, dat wil zeggen al wat achter de hoofdspiegel kan bekeken worden.

Een inslagkrater is ook naar hem genoemd, maar het is wel aan de achterzijde van de maan.