2015-02 HistoRik over ... Giuseppe Piazzi


Giuseppe Piazzi ( 1746 – 1826 )

“Ontdekker van planetoide nummer 1 : Ceres”

Gezien de ruimtesonde Dawn nu nabij Ceres aangekomen is, lijkt het misschien opportuun om de ontdekker ervan beter te leren kennen.

Ceres is de eerste ontdekte planetoide en heeft dus nummer 1. Ze werd ontdekt op 1-1-1801 (merkwaardig al die 1-en) door Giuseppe Piazzi in Palermo.

Piazzi werd geboren in 1746 in de gemeente Ponte in Valtellina nabij de Dolomieten aan de grens met Zwitserland. De Stelvio is ook een bekende bergpas in die streek.

Hij kwam uit een welstellende familie en was het negende kind uit een familie van tien kinderen. Zijn vader werkte voor de landregistratie in een nabije stad.

In een periode waarin maar weinig mogelijkheden bestonden om carriere te maken  ging hij naar het niet zo verre Milaan en maakte er als monnik kennis met de klassieke wetenschappen en de wiskunde.

Hij krijgt al gauw de smaak te pakken van de sterrenkunde en de wiskunde en behaalt een doctoraat in deze disciplines. Hij studeert nog verder filosofie in Genua, drie jaar wiskunde in Malta en zes jaar wiskunde in Ravena. In 1779 is hij professor theologie in Rome, maar een jaar later krijgt hij een zetel wiskunde aan de academie in Palermo en heeft er ook een vaste woonst. Hij wordt er benoemd tot professor en begint aan de bouw van een van de beste observatoria van die tijd.

Om ideeën op te doen voor de uitbouw ervan reist hij naar Frankrijk en Groot-Brittanië en ontmoet er vele wetenschappers. We herinneren ons uit vorige edities van HistoRik de geodesie van de meridiaan van Parijs van Duinkerke tot Perpignan en Barcelona voor het bepalen van de meter.

In Engeland ontmoet hij William Herschel (1738-1822) en Nevil Maskelyne (1732-1811), de 5e Astronomer Royal van 1765-1811. Hij doet er ook de waarneming van de zoneclips van 4 juni 1788, een totale zonsverduistering nabij de kreeftskeerkring, maar die dus slechts gedeeltelijk was in Engeland.. Piazzi ontmoet er ook nog Jesse Ramsden(1735-1800), bekend van zijn oculair en de sextanten. Ramsden maakt voor Piazzi een “Ramsden-circle”van 1,5m, een soort verticale cirkelsextant.

De bedoeling van Piazzi was om  een stercatalogus te maken vanuit Palermo, dat toen de meest zuidelijke sterrenwacht van Europa was en dus een beter zicht op de zuidelijke hemel. Hij bereikt met dat toestel een nauwkeurigheid van sterposities tussen 1” en 3”.

Op 1 januari 1801 ziet hij naast een ster van m7 in Taurus een ster van m8 dat er tevoren nog niet was. Door zijn uitstekend instrument kan hij nog nauwkeurige waarnemingen doen tot 12  februari en heeft dan het object al gevolgd over drie graden. Hij dacht eerst aan een komeet, maar het object was te puntvormig en had een te gelijkmatige tred, en dus moest het iets anders zijn.

Zou het de achtste planeet kunnen zijn die in de toen populaire wet van Titius-Bode nog ontbreekt ? Hij noemt het al “Cerere Ferdinandea”, naar Ceres de godin van het graan en naar koning Ferdinand IV, koning van Napels en Sicilië.

Hij wordt dan ziek en verwittigt anderen die het object nog volgen tot het in de gloed van de zon verdween. Toch waren er nog niet genoeg baanelementen om een exacte baan te berekenen. Maar dan was er Carl Gauss (1777-1855), die een nieuwe wiskundige methode ontwikkelt en daardoor toch een nauwkeurige baan kan berekenen met maar drie procent van de baanelementen. Bij het weer verschijnen uit de gloed van de zon wordt het object teruggevonden op slechts een halve graad van de verwachte positie. Het blijkt dus inderdaad een planeet te zijn; Zijn boek “Cerere Ferdinandea” wordt in Palermo uitgegeven in 1802.

Maar vanuit de IAU wordt alleen de naam Ceres weerhouden.

Ook in 1802 ontdekt Olbers vanuit Bremen de planeet Pallas(2) en in 1807 Vesta(4).Ook Juno(3) werd ontdekt nabij Bremen in Lilienthal door Harding.

Vanaf dan wordt de benaming aangepast tot planetoiden in een planetoidengordel.

Piazzi blijft niet stilzitten want hij wil zijn stercatalogus nog uitgeven. Die is klaar in 1803 met de posities van 6748 sterren. Door de hoge nauwkeurigheid kan hij de eigen beweging van de sterren meten. Hij vindt een grote beweging van de ster 61 Cyg en probeert er zelfs een parallax van te meten. Zoals we reeds gezien hebben zal dat pas lukken door Bessel in 1838.

61 Cyg wordt dan ook genoemd “De vliegende ster van Piazzi” of de “Ster van Bessel”

In 1811 doet hij een komeetwaarneming en stelt als theorie dat deze niet kunnen ontstaan zijn met de planeten, maar ergens uit een verre ruimte moeten komen om daar dan weer te verdwijnen. Niet slecht gezien voor die tijd. Naar analogie met Frankrijk en Engeland is hij ook bezig met het uniform maken van maten en gewichten en het metriek stelsel.

In 1813 komt zijn tweede stercatalogus met 7646 sterren, maar dan vermindert zijn zicht.

Hij wordt nog opgeroepen om mee te werken aan de constructie van de sterrenwacht Capodimonte nabij Napels, en die bestaat trouwens nog altijd. Hij verwerpt eerst het directeurschap, maar ze kunnen hem toch overhalen om directeur te worden van zowel Napels als Palermo. Hij krijgt dan ook nog een benoeming tot President van de Koninklijke Academie der Wetenschappen in Napels.

In 1825 zit hij voor een tijd weer in Napels en zegt : “Misschien zie ik mijn geliefde Palermo niet meer”, en inderdaad sterft hij te Napels in 1826 aan cholera op tachtigjarige leeftijd.

Als sterrenkundige heeft hij veel betekend, maar of hij als priester veel pastoraal werk heeft verricht wordt nergens vermeld.

In zijn geboortedorp heeft hij wel een standbeeld verkregen : Piazza Luini.

Ook op de voorkant van de maan is er de krater Piazzi naar hem genoemd.

En de 1000e planetoide heeft de naam gekregen van Piazzia(1000).

En op Ceres zelf is er door de HST een witte vlek ontdekt en ook die is genoemd naar Piazzi.

Over welke structuur dit gaat zullen we hopelijk binnenkort weten uit de resultaten van de ruimtesonde Dawn, en het is door Dawn al opgemerkt.

Een interessante anekdote die te maken heeft met Piazza is dat een italiaanse assistent in Palermo Niccolo Cacciatore zijn naam gegeven heeft aan de sterren α Delphini – Sualocin en β Delphini – Rotanev. Als je deze twee mysterieuze namen achterstevoor leest dan bekom je zijn verlatijnse naam Nicolaus Venator.

Opmerkelijk hieraan is dat de IAU deze benamingen nooit geweerd heeft, wat ze normaal wel doen of deden.

 

Nog een andere anekdote : De engelse admiraal William Smyth (1788-1865), een amerikaan die naar Engeland is teruggekeerd, deed ook aan astronomie, hydrografie en numismatiek. Hij noemde zijn zoon Charles Piazzi Smyth (1819-1900) en Piazzi was ook de peter. En die zoon wordt later ook nog Astronomer Royal in Schotland van 1846 tot 1888.

 

Piazzi, Ceres, Dawn een mooi verhaal !