2011-03 HistoRik over ... Annie Jump Cannon


Annie Jump Cannon ( 1863 - 1941 ) : Kiss Me

Ze werd geboren in Dover, Delaware en haar vader was scheepsbouwer en ook senator. Haar moeder was een Quaker en amateur-astronome.We hebben vroeger al gezien dat bij de Quakers man en vrouw gelijkgesteld werden en ook aanstuurden op wetenschappelijke kennis. Annie was dus al van zeer jong bezig met sterrenkunde. Ze ging dus ook wetenschappen studeren aan het Wellesley College want een astronomische faculteit bestond er nog niet en ze behaalde haar diploma in 1884.

Op jonge leeftijd had ze Rode Koorts en daardoor werd ze gehoorgestoord. Deze  handicap zal haar later wel helpen in haar werk.

Ze reist ook graag en reist doorheen Europa in 1892. Later besluit ze verder te studeren in astronomie en zo komt ze in 1896 terecht in Harvard bij Edward Pickering.

Daarover later meer want om de volle waardering voor Annie Cannon naar voor te brengen moet ik toch eerst vertellen over andere personen.

De letterreeks "OBAFGKM" is ons wel bekend, het is de klassificatie van sterrenspectra

Maar hoe zijn we tot deze volgorde gekomen? Dat is het resultaat van het werk van Miss Cannon.

Eerst gaan we terug naar de eerste persoon die een klassering maakte : Pater Jezuiet Angelo Secchi (1818-1878) begon in 1863 in Rome met 4000 sterren te onderzoeken en klasseerde 500 sterspectra volgens zijn  methode :

Type I wit/blauw zoals Sirius en Wega, Type II geel zoals zon en Arcturus, Type III oranje/rood zoals Betelgeuze, Type IV zeer rode koolstofsterren, Type V bijzondere sterren zoals bv met heldere emissielijnen

Zijn werk werd gepubliceerd in 1877.

De astronoom Henry Draper (1837-1882) wou echter een uitgebreide catalogus van sterspectra uitbrengen en deed ook zijn grootste werk in de zeventiger jaren, maar sterft te jong op 45-jarige leeftijd.

Hij had al een klassering van 15 spectrale types.

De weduwe van Draper gaf een enorme som aan het Harvard College Observatory om het werk van haar echtgenoot verder te zetten, namelijk de "Draper Catalogue".

 

Zo komen we terecht bij Edward Pickering (1646-1919). Deze is beroemd door zijn "harem", want hij gebruikte een totaal van 47 vrouwen om al het astronomisch werk van berekeningen en klassering te laten uitvoeren. Door hun toewijding en opgedane kennis in de astronomie hebben vele vrouwen ook naam gemaakt.

Voor onze sterklassering moeten we eerst gaan naar Williamina Fleming (1857-1911). Geboren in Dundee, Schotland. Ze trouwt in 1877 en gaat met haar man naar Boston. Ze is zwanger en wordt achtergelaten door haar man.

Gelukkig kan ze aan de slag als huishoudster bij Pickering en omdat ze zeer begaafd is,  kan ze in 1881 al voltijds werken aan het klassificeren van sterren.

Ze baseert zich op Secchi voor de intensiteit van de waterstoflijnen en maakt 14  groepen van A tot O, zonder de J. En twee speciale klassen P en Q.

A voor de grootste intensiteit waterstof, B wat minder, C nog minder, enz.

In 1890 heeft ze een catalogus van 10.000 sterren. Ze vindt ook nog 300 veranderlijken, 59 nevels, Wolf-Rayet sterren, Novae.

En ze wordt in 1898 Conservator van de astronomische fotos. In 1911 sterft ze onverwacht aan een longontsteking in Boston.

 

Dan is er Antonia Maury (1866-1952). Geboren in Cold Spring, N.Y. Haar moeder is een zus van Henry Draper. Ze studeert aan de universiteit en is daar nog student geweest van Maria Mitchell (zie Mira Ceti 2009/3)

Via haar vader komt ze bij Pickering in 1888. Ze is zeer gedreven en werkt secuur, maar ze is nogal wispelturig en te traag volgens Pickering. In 1897 maakt ze een catalogus met 22 groepen in romeinse cijfers.

Ze maakt ook een verdeling : a voor normaal, b voor brede spectraallijnen en c voor waterstof- en helium-lijnen die soms smaller en soms breder zijn. Deze onderverdeling wordt ook vandaag nog gebruikt.

Ze gaat meerdere malen weg, maar komt tot haar dood nog steeds naar Harvard. Een anekdote is dat ze in 1943 de "Annie J. Cannon Prize" ontvangt.

 

Annie J. Cannon komt zoals eerder al aangehaald in 1896 bij Pickering, maar ze wil ook haar diploma astronomie behalen. Ze moet dus werk en studie delen. Daardoor zal ze haar diploma pas  behalen in 1907. Maar ondertussen werkt ze zeer vlug en nauwkeurig aan de klassering van sterspectra.

Ze neemt de klassering van W. Fleming van A tot O over. Maar ze voert geen klassering meer uit volgens de waterstoflijnen, maar volgens de spectrale temperatuur.

Een aantal foute letterklassen vallen weg.
Hierdoor komt de O als eerste met 30.000°, B als tweede met 20.000° en zo komen we tot de huidige klassering OBAFGKM met als onthoudregeltje "Oh Be A Fine Girl Kiss Me"

Iedere klasse heeft nog 10 onderverdelingen van 0 tot 9. Ze begint te klasseren aan 5000 spectra/maand, wat later zal oplopen tot 3 per minuut. Ze kon spectra herkennen zoals een gezicht.

Waarschijnlijk door haar gehoorstoornis kon ze zich beter concentreren zonder afgeleid te worden door naburig geluid

Dit zal uiteindelijk leiden tot de "Henry Draper Catalogue of Stellar Types" dat wordt uitgegeven in 9 volumes tussen 1918 en 1924.

Ze superviseerde en controleerde alle uitgaven en spectra.

In 1903 en 1907 maakt ze ook nog een catalogus veranderlijke sterren. En in 1911 vervangt ze W. Fleming als conservator van de astronomische fotos.

Ze ontvangt nog 6 erediplomas o.a. van Oxford, en in 1932 krijgt ze de Ellen Richards Prize die ze omzet in "Annie Cannon Prize" voor een vrouwelijke astronome.

Deze  gaat in 1934 als eerste naar Cecilia Payne voor haar werk voor het bepalen van de hoeveelheid waterstof en helium in de sterren.

Cecilia Payne komt ook uit de stal van Pickering, evenals een andere bekende Henrietta Leavitt voor haar ontdekking van de Cepheïden.

Annie kreeg pas in 1938 op haar 75ste jaar de titel van astronome. Dit was zo ongewoon voor een vrouw dat de aanhef van de brief van haar benoeming begon met "Dear Sir".

Ze begon dan ook nog aan de HD Extension, maar ze sterft in 1941.

 

Uit deze klassering van Cannon konden Ejnar Herzsprung en Henry Russell hun HR-diagram opstellen waarbij de helderheid staat tegenover de spectrale temperatuur.

De klassering of verfijning gaat nog steeds door. Na de M-klasse zou er nog een L en T-klasse zijn (Lips Tonight) of RNS (Right Now Sweetheart), maar daarover is nog niet alles gezegd.

Feit is dat het hier om koude dwergen van 1000° tot 2200° en Carbon (koolstof)sterren gaat. Ook Secchi had al last met die rode koolstofsterren

O en M sterren en ook nog andere types kregen nog een verdere onderverdeling in romeinse cijfers om de helderheid aan te duiden.

Vb. Betelgeuze is M2Ib, Aldebaran is K5III.

 

Eigenlijk had de "HD Catalogue"  genoemd moeten  worden naar Annie Cannon : "AC Catalogue".

Er is ook een krater op de maan  aan de oostrand voorbij Mare Crisium nabij Hubble genoemd naar Cannon.