The Science House Column 009: Graag traag, maar wel snel


In het verkeer heeft men niet graag dat je te snel rijdt. Vooral niet met de wagen.

Dat is nogal logisch. Je zit immers op een gemotoriseerde huifkar van pakweg een ton met een snelheid waarbij gewone huifkarren uit elkaar vallen. Om zoiets stil te doen staan, is nogal wat remkracht én tijd nodig. Niet bepaald veilig op baan.

Newton reed rond in gewone huifkarren, met paard, maar had het wel door. Iets dat beweegt heeft nogal de neiging om dat te blijven doen. Om die beweging te doen stoppen is een beetje moeite nodig.

Dat is eigenlijk niet wat wij denken te ondervinden.

Aristoteles reed misschien ook met huifkarren, maar beweerde dat die kar maar bleef bewegen zolang er tegen geduwd werd. Dat is wat het kleinste kind je zal beamen. Maar die kleuter, en helaas ook Aristoteles, zijn misleid. We moeten blijven duwen om krachten te overwinnen die tegenwerken zoals wrijving of luchtweerstand. Als die er niet zijn, hoef je maar één tikje aan die kar te geven waardoor die gracieus verder rijdt en blijft rijden. Een massa die een bepaalde snelheid heeft en geen kracht ondervindt, behoudt die snelheid.

We noemen het, …ja, … traagheid.

Ja, ik weet het, fysici zijn niet bepaald kampioen in elegante of zelfs logische namen. Ze gebruiken de term ‘relativiteitstheorie’ voor een theorie die stelt dat de lichtsnelheid absoluut constant is (Einstein zelf verkoos ‘invariantietheorie’). En wat te denken van de ‘elegante’ kosmologische wet ‘een zwart gat heeft geen haar’?  Euh? Of van de namen van elementaire deeltjes: ‘strange’, ‘charm’, of nog erger W+, ZO, …? Maar we dwalen af.

Traagheid dus.

En we komen die overal tegen.

Het is vijftig jaar geleden dat we voet op de Maan hebben gezet (we zullen het geweten hebben deze zomer). Dank zij de traagheid. De Saturnus V raket schoot drie mannen naar omhoog, liet ze anderhalve keer rond de Aarde draaien om tot een snelheid van 36.000 km per uur te komen en … stopte dan. Ze waren nauwelijks enkele honderden kilometer van de Aarde verwijderd, de Maan stond nog 380.000 km ver en de brandstof was al zo goed als op… Maar dan neemt, aan 36.000 km per uur, de traagheid het over. Gewoon goed mikken, een stevig zetje geven, en de traagheid zijn werk laten doen. Na twee dagen kom je aan bij de Maan.

De Voyager, gelanceerd in 1977, vliegt vandaag aan een rotvaart van 40.000 km/u ons zonnestelsel uit, en zal over een paar tienduizend jaar de volgende ster bereiken zonder een spatje brandstof – dankzij de traagheid.

Bowlen? Traagheid. Uit de bocht vliegen? Traagheid.

Ooit afgevraagd waarom de Aarde draait? Traagheid.

Waarom klotst de koffie uit je beker als je stapt? Traagheid.

Een deur inbeuken? Traagheid.

Massa die beweegt heeft geen goesting om daarmee te stoppen.

Dus als je nu nog ooit eens tegengehouden wordt wegens overdreven snelheid, wijt het dan aan de traagheid. Je zal zeker op begrip kunnen rekenen.

 

Tekst: Ignaas Declercq, The Science House

The-Science-House-Telegraph.png